Bokken of geitachtigen (Caprinae) zijn een onderfamilie uit de familie holhoornigen (Bovidae). Onder andere schapen, geiten, de muskusos en gemzen behoren tot de familie bokken of geitachtigen. Soms wordt ook de Tibetaanse antilope tot de onderfamilie bokken of geitachtigen gerekend.

Meestal gebruiken we het woord bok voor de mannelijke dieren van de geiten en de schapen. Maar ook in het woord steenbok komt het woord voor.

Bokken of geitachtigen zijn hoefdieren en behoren tot de orde evenhoevigen. Ze komen voor in grote delen van de wereld, alleen al doordat schapen en geiten gedomesticeerd zijn door mensen en daardoor overal worden gehouden als vee of hobbydieren.

De onderfamilie bokken of geitachtigen bestaat uit de volgende vier geslachten:

  • Geiten en schapen
  • Muskusosachtigen
  • Gemsachtigen
  • Bosgeitantilopen
Onder de geiten en schapen vallen onder andere:

Onder de muskusosachtigen vallen ondere andere:

  • Muskusos
  • Takin
  • Onder de gemsachtigen vallen onder andere:
  • Gemzen
  • Sneeuwgeit

En tot slot vallen onder de bosgeitantilopen onder andere:

  • Bosgemzen
  • Gorals

Kenmerken bokken of geitachtigen

Bokken of geitachtigen zijn middelgrote hoefdieren die van nature vaak in rotsachtige gebieden voorkomen. Hun hoeven en poten zijn aangepast aan een leven dat in het teken staat van klimmen. Ze springen vaak behendig van rots naar rots.

De hoeven van evenhoevigen zijn eigenlijk de nagels van de twee binnenste tenen van het dier. De twee buitenste tenen zijn nog wel aanwezig, maar bijna niet te zien.

Deze dieren behoren tot de familie holhoornigen wat inhoudt dat hun hoorns hol van binnen zijn. Bij veel soorten hebben zowel de mannetjes als de vrouwtjes hoorns, maar vaak zijn die van de mannetjes net wat groter en imposanter. Deze gebruiken ze dan ook in de competitie met andere mannetjes om te mogen paren met de vrouwtjes in de kudde. Hoe groter en sterker de hoorns, hoe meer kans om te winnen in een gevecht.

Geitachtigen of bokken zijn kuddedieren die in grote groepen bij elkaar kunnen leven.

Er zijn veel verschillen tussen de verschillende soorten bokken of geitachtigen. Zo is de muskusos erg groot en heeft een lange, dikke vacht die geschikt is voor de koude gebieden waar hij leeft. Het blauwschaap is ook niet klein, maar wel een stuk slanker en sierlijker dan de muskusos. De West-Afrikaanse dwerggeit is dan weer een klein dwergras die veel als huisdier wordt gehouden.

Mèèh! Bèèh! Bokken of geitachtigen hebben een herkenbaar geluid dat we al als kleine kleutertjes na kunnen doen. Het geluid van deze dieren noemen we ook wel mekkeren of blaten. Ook blèren wordt het wel eens genoemd. En ja: soms vinden we ook van mensen dat ze mekkeren, blaten of blèren...

Voedsel bokken of geitachtigen

Bokken of geitachtigen eten uitsluitend plantaardig voedsel. Ze zijn herbivoor. Grassen, kruiden, paddenstoelen, korstmossen, bladeren en zeggen (kruidachtige grassoorten) staan op het menu. Ze grazen een groot deel van de dag om aan hun energiebehoefte te kunnen voldoen.

Voortplanting

Na een draagtijd van 150 dagen tot acht a negen maanden worden over het algemeen één tot drie jongen geboren. Tweelingen komen vaak voor. Bokken of geitachtigen zijn zoogdieren, de jongen drinken melk bij hun moeder. Afhankelijk van de soort duurt de zoogtijd een half jaar of langer.

Geiten en schapenmelk wordt net als koeienmelk gebruikt door mensen. Ze drinken het of maken er kaas of yoghurt van. Soms wordt schapen- of geitenmelk gebruikt om zeep of andere huidverzorgingsproducten van te maken.

Schapen die als vee gehouden worden, hebben in het voorjaar vaak een kleurtje op hun rug. Dit is een stempel die de schapenboer om de bok heenbindt tijdens de paarperiode. Zo kan hij goed zien óf en wanneer de ooi (het vrouwtjesschaap) gedekt is. Handig!