Duizendpoten
Geleedpotigen
Expert paginaInhoud
Geleedpotigen
Onder de groep geleedpotigen (Arthropoda) vallen spinachtigen, kreeftachtigen, zespotigen (voornamelijk insecten) en de duizendpotigen. De geleedpotigen is de grootste stam van het dierenrijk en komen overal voor: zowel in zoet als zout water en op het land. Geleedpotigen zijn koudbloedige dieren met een uitwendig skelet. Geleedpotigen hebben een goed en ontwikkeld zenuwstelsel.
Dierenrijk
De stam geleedpotigen bestaan uit de volgende onderstammen:
- Uniramia of Tracheata: zespotigen (Hexapoda) en duizendpotigen (Myriapoda)
- Chelicerata: spinachtigen (Arachnida), degenkrabben (Merostomata) en zeespinnen (Pycnogonida)
- Crustacea: kreeftachtigen
- Trilobita: trilobieten. (Uitgestorven)
Kenmerken geleedpotigen
De geleedpotigen hebben een gesegmenteerd lichaam, dit betekent dat het dier verschillende delen heeft die onderling verbonden zijn met gewrichten. Zo hebben spinnen twee segmenten: een kopborststuk en achterlijf. Veel insecten bestaan 3 segmenten: een kop, borststuk en achterlijf. Ook in de poten zitten gewrichten. De spinachtigen hebben meestal acht poten. Als enige geleedpotigen hebben zij geen antennes. Het belangrijkste kenmerk van de kreeftachtigen zijn de uitsteeksels op de kop. Deze groep heeft een paar antennes en drie paar vormen de monddelen. Hieronder vallen niet de scharen die sommige kreeftachtigen hebben, de scharen zijn namelijk voorpoten.
Wat zijn geleedpotigen?
Geleedpotigen komen in alle soorten en maten voor. Alleen al bij de krabben (Brachyura) bestaan er enorme verschillen in grootte. Zo zijn erwtenkrabbetjes niet groter dan 22 millimeter terwijl de Japanse reuzen- of spinkrab inclusief poten een spanwijdte van 4 meter heeft. Veel geleedpotigen zijn meesters in camouflage. Hun vorm en kleur vallen weg tegen hun leefomgeving en soms passen geleedpotigen zelfs hun kleuren aan, zodat deze overeenkomt met de achtergrond van dat moment. Een aantal insecten heeft zelfs een heel geloofwaardige vermomming, zoals de wandelende tak of het wandelende blad. Je moet goed je best doen om deze dieren te onderscheiden van de plant!
Sommige duizendpoten hebben meer poten dan miljoenpoten. Hoe dat kan? De namen zeggen eigenlijk niets over het aantal die de dieren daadwerkelijk hebben. Het is alleen een aanduiding tot welke groep ze behoren. Het grote verschil is namelijk dat duizendpotigen slechts één paar poten per segment heeft, terwijl miljoenpoten er twee per segment hebben.
Voedsel
Het dieet van de geleedpotigen varieert. Sommigen eten alleen andere dieren, zoals spinnen, maar er zijn ook planteneters en omnivoren die zowel dierlijk als plantaardig voedsel tot zich nemen. Anderen, zoals veel kreeftachtigen, zijn aaseters. Zij zoeken bijvoorbeeld de bodem van de zee af, op zoek naar dood en rottend organisch afval. Spinnen vangen hun prooi op verschillende manieren. Veel spinnen kunnen snel rennen en jagen actief op hun prooi, maar er zijn ook soorten die een web spinnen waar vervolgens het prooi invliegt. Dankzij een kleverige substantie kan de vlieg of mug niet meer weg. De spin heeft dan de trillingen in het web al gevoeld en sprint op zijn prooi af.
Voortplanting geleedpotigen
Meestal wordt het vrouwtje tijdens de paring inwendig bevrucht, waarna de eitjes zich buiten het lichaam ontwikkelen. Bij sommigen dieren komen de eitjes in de moeder al uit, waardoor het lijkt of geleedpotigen levend worden geboren, maar dat is dus niet zo. Dit verschijnsel wordt eierlevendbarendheid genoemd. Uit de eitjes komen larven of nimfen, die vaak nog één of meerdere keren een metamorfose ondergaan voor geleedpotigen volwassen worden.
Geschiedenis geleedpotigen
Geleedpotigen stammen al uit de tijd van het Cambrium ( ongeveer 500 miljoen jaar geleden). Dankzij fossielen is bekend dat er vroeger een groep geleedpotigen was die trilobieten (vrij vertaald drielobbigen) werden genoemd. Trilobieten leefden in de zee en samen met dinosauriërs vormen ze de bekendste groep fossielen. Daardoor is er vrij veel over ze bekend. Ze bewoonden de oceanen ongeveer 270 miljoen jaar lang en stierven permanent uit tijdens de laatste grote uitstervingsgolf uit de geschiedenis van de aarde. (Ongeveer 250 miljoen jaar geleden). Er zijn trilobieten fossielen gevonden van 3 mm tot wel 30 cm groot.
Aantallen
Er zijn miljarden geleedpotigen op onze aarde, onderverdeeld in miljoenen soorten. Vier op de vijf dieren is een geleedpotige. Alleen van de insecten zijn al 5-10 miljoen soorten bekend, maar wetenschappers gaan er vanuit dat nog lang niet alle soorten ontdekt zijn. In 1980 waren nog maar zo’n 200.000 soorten beschreven, maar dat aantal loopt wel op: inmiddels staat de teller op ongeveer één miljoen soorten die in kaart gebracht zijn.
Soorten geleedpotigen
Onder de stam geleedpotigen vallen de onderstammen zespotigen, duizendpoten, spinachtigen en kreeftachtigen.
Zespotigen
De zespotigen vormen de omvangrijkste onderstam onder de geleedpotigen. Onder zespotigen vallen de insecten, springstaarten, dubbelstaarten en oerinsecten. De insecten vormen de grootste klassen onder de onderstam zespotigen met miljoenen soorten en insecten zijn ongewervelde dieren. Voorbeelden van insecten zijn vliegen, wantsen, kevers, libellen, wandelende takken of bijen.
Bijen
Bekende insecten zijn bijen en wespen. Bijen (Antophila) hebben de afgelopen jaren veel aandacht gekregen omdat het niet zo goed gaat met deze groep. Veel bijensoorten worden ernstig bedreigd of zijn zelfs al uitgestorven, terwijl ze heel belangrijk zijn voor het bestuiven van bloemen en planten.
Sommige bijen leven in volken, maar er zijn meer solitaire bijen, die alleen leven. Hommels horen ook bij de bijensoorten. Bijen en hommels hebben net als wespen een angel waarmee ze zich kunnen verdedigen. Vooral bijen en hommels zullen dit ‘wapen’ alleen in uiterste nood gebruiken, zij gaan – in tegenstelling tot wespen – zelf dood na een steek. De bijenvolken die imkers houden, zijn honingbijen.
Duizendpoten
Insecten hebben 6 poten. De duizendpoten zijn dus ook geen insecten, omdat duizendpoten tientallen tot honderden poten hebben. De poten bewegen in golfbewegingen, waardoor het verplaatsen soepel verloopt. Een belangrijk voordeel voor de vele pootjes is dat duizendpoten graven in de grond en dus makkelijk de grond kunnen verplaatsen. De duizendpoten komen over de hele wereld voor en eten wormen, spinnen en insecten. Duizendpoten ademen door buisjes in de huid.
Spinachtigen
Net zoals de insecten zijn spinachtigen ongewervelde dieren en een ondersoort van de gewervelden. Een spin heeft 6 ledematen en het lichaam bestaat uit twee delen. Een spin varieert in omvang van enkele millimeters tot wel 18 centimeter. Sommige spinnen verlammen de prooien met een giftig beet en worden daarna met spinzijde ingepakt. Met een verteringssap wordt de prooi vloeibaar gemaakt en opgegeten. Een soort spin die gevaarlijk kan zijn voor de mens is de zwarte weduwe. De zwarte weduwe is afkomstig uit Noord-Amerika maar is inmiddels met vrachtvervoer verder over de wereld verspreid. Na een beet ontstaat er duizeligheid en een moeizame ademhaling.
Kreeftachtigen
De kreeftachtigen komen voor in soorten van enkele millimeters tot enorme soort tot wel 3 meter. Onder de geleedpotigen zijn de kreeftachtigen de grootste soort dieren. Een voorbeeld van een kleiner exemplaar is de pissebed. Een kreeft heeft ongeveer 10 tot 14 poten en bij bepaalde soorten lastig te bepalen, omdat de poten gebruikt worden om te zwemmen in plaats van lopen op het land. Onder de kreeftachtigen vallen onder andere de krabben, kreeften, pissebedden en garnalen.
Garnalen
Kleine en bekende geleedpotigen, die je bovendien ook nog makkelijk zelf kunt onderzoeken, zijn Noordzeegarnalen. Ze leven meestal dicht bij de kust in de Noordzee, Middellandse zee en Atlantische Oceaan. Het zijn smalle, langgerekte, grijze garnalen met een gelobde staart. Garnalen hebben twee kleine scharen en antennes.
De vrouwtjes (9 cm) worden groter dan de mannetjes (6 cm). Noordzeegarnalen worden ook wel grijze garnalen genoemd vanwege hun grijze schutkleur die ze kunnen aanpassen aan hun omgeving. Ze zijn eenvoudig te vangen met een garnalenschepnet.