Schapen (Ovis orientalis aries)

Schapen worden tegenwoordig heel anders verzorgd dan vroeger. Hedendaags wordt het dier vaak geschoren, terwijl dat vroeger juist niet werd gedaan. Ook werd het dier voorheen niet in een wei gezet. Toentertijd waren er namelijk die altijd gewoon los liepen en bij elkaar bleven. Bij zo'n kudde waren vaak twee herders aanwezig. Deze liepen rondom de kudde, wat er voor zorgde dat de kudde bij elkaar bleef. Dit wordt ook wel schapen hoeden genoemd. Meestal werd hiervoor een border collies of een beauceron gebruikt. Tegenwoordig wordt er van schapenwol truien gemaakt. Dit werd vroeger ook gedaan, maar dan met de hand in plaats van met een machine.

Kenmerken

Niet ieder schaap is hetzelfde. Er zit verschil tussen de rassen. Hieronder wordt uitgelegd wat voor rassen er zijn en wat de verschillen hier tussen zijn. De meeste bekende schapenrassen zijn het Drents Heideschaap, de zwartbles, de schoonebeeker heideschaap, de kerry hill en het melkschaap.

Het Drentse Heideschaap

Het Drents Heideschaap is een ras dat niet veel voorkomt in Nederland en dus redelijk zeldzaam is. Op zijn kop zitten matte haren en tussen de hoorns is meestal een kuifje van wol te vinden. Ook op zijn staart zit een grote hoeveelheid wol. Dit wol is onder te verdelen in drie delen: De kortfijne onderwol, de lange harige wol en de kemp. Wanneer dit schaap wordt geschoren, wint me zo'n een tot twee kilo wol die wit, bruin, zwart of crèmekleurig is. Wanneer het dier zwart is, kunnen e vlekken zitten op onder andere de staart en de snuit. Deze zijn dan wit. Terwijl de rammen wel horens hebben, hebben ooien dit niet. Bij de rammen zijn de horens spiraalvormig. Het Drentse Heideschaap kreeg vroeger in de meeste gevallen maar een lam. Hedendaags komt het krijgen van een tweeling steeds vaker voor. Dit door de goede voeding en verzorging die het dier krijgt.

Het Schoonebeeker Heideschaap

Het meest bekende heideschaap in Nederland is het Schoonebeeker heideschaap. Wat aan dit ras opvalt, is de lengte van zijn romp en de hoogte van de benen. Het dier heeft een lange smalle kop met een zogehten romeinse neus. Op zijn kop zitten geen hoorns. De Schoonebeeker heeft uiteraard wol, maar niet op zijn kop en op zijn poten. Op deze plekken heeft hij glanzende haren. Zijn hals is lang en zijn kop zit hier redelijk hoog op. Dit soort schaap heeft een zwarte ofwel een witte vacht. In de meeste gevallen is de kleur van de kraag ietwat donkerder dan de kleur van de rest van zijn vacht. Op zijn romp kan de vachtkleur donkerder worden en op zijn poten en kop blijft deze altijd gelijk. Een vrouwelijke Schoonebeeker Heideschaap vaak een tot twee lammen. Zo'n ooi wordt hoogstens vijftig kilo en een ram wordt op zijn zwaarst tachtig kilogram.

Het melkschaap

Deze schapen zijn een van de oudste schapen die er zijn en komt waarschijnlijk uit de tijd van de VOC. Deze dieren zijn helemaal wit en is een van de schapen die het meest lammen krijgt Deze dieren krijgen vaak twee- en soms zelfs drielingen. Een vierling is voor deze holhoornigen ook mogelijk. De kop van deze holhoornigen is lang. Het haar van het dier heeft veel weg van het uiterlijk van zijde. De oren van deze evenhoevigen zijn relatief lang. Op zijn hals zit, net als op de meeste plekke op de rest van zijn lichaam, veel wol. Op zijn staart daarentegen, zit niet veel wol. De melkschapen hebben blanke hoeven. Het wol van dit schapenras is van uiterst goede kwaliteit en dus goed om te gebruik voor onder andere kleding.