Weekdieren (Mollusca)

De meeste weekdieren of mollusken (mollusca)hebben een week lichaam, zonder inwendig skelet. Veel soorten hebben wel een uitwendig kalkskelet in de vorm van een schelp. De meeste weekdieren leven in het water en dan voornamelijk in de zee. Maar er zijn ook soorten die op het land leven, zoals een aantal slakken.

Bekende soorten weekdieren zijn inktvissen, slakken en schelpen.

Het lichaam van weekdieren bestaat in grote lijnen uit drie a vier delen: de organen, een weke mantel (vergelijkbaar met de huid), een (zuig)voet en een schelp.

Dierenrijk

Er zijn veel soorten weekdieren die weer onder te verdelen zijn in de volgende klassen:

• Schildvoetigen ( Caudofoveata)

• Wormmollusken (Solenogastres)

• Keverslakken (Polyplacophora)

• Tweekleppigen (Bivalvia)

• Tandschelpen (Scaphopoda)

• Slakken of buikpotigen (Gastropoda)

• Mutsdragers (Monoplacophora)

• Inktvissen of koppotigen (Cephalopoda)

Aantallen weekdieren

Er zijn ongeveer 45.000 tot 50.000 mariene (in zee levende) weekdieren bekend, tegenover ongeveer 25.000 land- en 5.000 zoetwaterweekdieren.

Geschiedenis

Weekdieren horen bij de oudste dieren van onze wereld. Inktvissen bestaan bijvoorbeeld al 500 miljoen jaar. Maar er zijn ook fossiele weekdieren bekend vanaf het ontstaan van de aarde (Precambrium).

Kenmerken

De mantel (pallium) van een weekdier is vergelijkbaar met de huid van een mens of dier, maar er zijn belangrijke verschillen. Zo hebben de meeste weekdieren kieuwen in de mantel, waarmee ze kunnen ademen. Het produceert ook slijm, waardoor het weekdier niet uitdroogt en zich makkelijker kan voortbewegen. Sommige weekdieren bewegen met hun mantel, veel ook met een soort voet waarmee ze zichzelf vooruitschuiven.

Het grootste deel van de weekdieren heeft een kleine of grote schelp aan hun mantel. De schelp beschermt het weekdier tegen gevaar, maar tegen een prijs: door de schelp zijn ze zwaarder en kunnen ze zich minder makkelijk voortbewegen. De schelpen komen voor in alle vormen en maten. Helaas weten sommige vijanden hoe ze de schelp van een weekdier moeten openbreken. Daarom verstoppen veel weekdieren zich gedurende de dag en komen ze pas ’s avonds tevoorschijn.

De kruipvoet wordt gebruikt om zich voort te bewegen, maar ook als zuignap. Bijvoorbeeld voor zeeslakken als de schaalhorens: zij zuigen zich vast aan rotsen bij de kust om daar voedsel te verzamelen. Bij eb kunnen ze op deze manier rotsvast wachten tot het water weer begint te stijgen.

Weekdieren variëren enorm in grootte. Van een paar millimeter (de erwtenmossel) tot een slak met een huis van 25 cm (de Afrikaanse reuzenslak). De grootste schelp is de doopvontschelp die behoort tot de tweekleppigen. Hij kan zo’n 1,5 meter groot worden en weegt maar liefst 250 kilo. Maar het grootste weekdier is de reuzeninktvis die – inclusief tentakels - wel 20 meter lang kan worden!

Voortplanting weekdieren

Weekdieren kennen zowel een inwendige als uitwendige voortplanting. Slakken bijvoorbeeld, paren doordat een mannetje de zaadcellen rechtstreeks inbrengt bij het vrouwtje met zijn geslachtsorgaan. Er zijn ook tweeslachtige (hermafrodiete) slakken. Deze zijn zowel man als vrouw en kunnen tijdens een groepsparing zelfs nog veranderen van mannetjes in vrouwtjes. De grotere vrouwtjes liggen hierbij onderop, de kleinere mannetjes bovenop.

Schelpen, zoals bijvoorbeeld mosselen, planten zich uitwendig voort. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes schieten hun zaadcellen respectievelijk hun eicellen het water in, waarna het wachten is tot beide cellen elkaar vinden en er een bevruchting plaatsvindt. Om deze kans te vergroten, houdt de schelp rekening met een aantal factoren zoals de stand van de maan, de watertemperatuur en veranderingen in het zoutgehalte van de zee. Het afschieten van de voortplantingscellen wordt ‘kuitschieten’ genoemd.

Voedsel

Alle weekdieren hebben een raspachtige tong (radula) met minuscule kleine tandjes waarmee ze hun voedsel afschrapen. Naaktslakken schrapen bijvoorbeeld planten en paddenstoelen af, terwijl zeeslakken wier en algen van de rotsen schrapen.

Sommige weekdieren zijn carnivoor. Zij eten andere weekdieren of garnalen, vissen, krabben en kreeften. Soms eten naaktslakken hun soortgenoten op.

De octopus

Een bekende soort inktvis is de octopus. Inktvissen zijn erg intelligent en octopussen helemaal. Ze kunnen symbolen en voorwerpen herkennen, voor langere tijd onthouden en zelfs gebruiken. Zo zijn er voorbeelden bekend van octopussen die glazen potten open of dichtmaakten en meenamen om er een optimale schuilplaats van te maken. Verder kunnen ze van kleur veranderen om zichzelf aan te passen aan hun omgeving, waardoor ze onzichtbaar zijn voor vijanden.

Octopus Paul werd wereldwijd bekend omdat hij tijdens het EK van 2008 en het WK van 2010 vaak de juiste voetbaluitslagen ‘voorspelde’. Vooral de uitslagen van het Duitse team voorzag hij vaak goed. Octopus Paul leefde in het Sea Life Centre in Oberhausen en overleed in oktober 2010.

De meest bekende stammen in het dierenrijk.

Eencelligen

Sponsachtigen

Neteldieren

Wormen

Weekdieren

Stekelhuidigen

Gewervelden

Geleedpotigen