Vos (Vulpes vulpes)

De vos valt onder de familie ‘hondachtigen’ die weer onder de orde ‘roofdieren’ vallen . De vossen zijn zoogdieren (klasse). Zowel in Nederland als in België komt de vos on grote aantallen voor.

Kenmerken Vos

De vos heeft spitse rechtopstaande oren. De vos is tussen de 58 en 90 centimeter lang en kan een staart hebben tussen de 32 en 40 centimeter lang. De vos varieert in kleur tussen de roodbruin en kastanje bruin aan de rugzijde. De vos heeft aan de onderkant een lichtere kleur. De wangen, keel en hals zijn wit. Albino vossen of zwarte vossen komen zelden voor. In de Baltisch landen (Estland, Letland en Litouwen) en Noord-Amerika komen de albino’s en zwarte vossen vaker voor. De teelt van de zilvervossen is ook aan de orde. Zo zijn onder andere de platina en witvossen gefokt.

Leefgebied

Veel soorten vossen komen voor in heel Europa met uitzondering van Ijslnad, Kreat en de Orkeney en de Shetlandeilanden. Daarnaast komt de vos voor in een groot deel van Azië, India, Afrika en Noord-Amerika. In de bergstreken van Azië kan de vos waargenomen worden in de bergen tot 4.000 meter hoogte.

De vos leeft in streken met droge gronden en zandgronden. Daarnaast in bosachtige omgevingen en gebieden met struikgewassen. De vossen leven in holen van de das maar kunnen zelf ook uitstekend holen maken. De vossenburchten variëren van eenvoudige holen met één ingang tot een stelsel van gangen die naar het hol toe leiden. Het uitgegraven zand van een hol wordt voor de ingang als een berg geplaatst ter afdekking en beschutting van de wind. Een vossenburcht kan wel tot 10 meter uit gangstelsels, voorraadkamers, en nestruimten bestaan.

Voortplanting

De ranstijd of roltijd (paartijd voor vossen) is in januari of februari. De mannetjes vossen (de rekels) vechten in de paartijd om de vrouwtjes (de moervos). Een vrouwtjesvos laat zich doorgaans maar door één rekel dekken. Dit in tegenstelling tot andere hondachtigen zoals de hond. De vrouwtjesvos heeft een draagtijd van 48 tot 56 dagen en werpt in maart of april 3 tot 8 jonge vosjes. De vosjes openen na twee weken de ogen en groen snel op. Binnen 3 maanden staan de vosjes op eigen poten en gaan zelfstandig op jacht. Na een jaar is een jonge vos geslachtsrijp.

Voedsel

Het zogen duurt ongeveer 2 maanden en daarnaast bestaat het voedsel dat de jongen krijgen uit vlees dat de moer zelf heeft verteerd in de maag. Deze spijs is de overgang tussen moedermelk en vlees. De rekel (mannetje) helpt met de opvoeding en levert regelmatig voedsel aan. Dit voedsel is zeer divers en wordt van kilometers ver aangesleept door het mannetje. De vossen zijn alles eters en bestaat uit muizen (woelmuizen), mollen, jonge zoogdieren, gevogelte, eieren en kikkers.

Vossen

De vossen zijn belangrijke dieren in het opruimen van ziek wild. De vossen zijn erg snel en maken met de poten een rechtlijnig spoor. De vossen kunnen zeer goed zwemmen en springen en de zintuigen zijn goed ontwikkeld. Een vos kan schor blaffen maar ook een kreet slaan.

Een gevaar van vossen is dat de ziekten hondsdolheid en rabiës soms gedragen worden. Voor sommige landen is dit reden om de vos uit te roeien. In Nederland is dit niet aan de orde. In België worden vossen wel ‘uitgeroeid’ in een gebied waar men zieken vossen vermoed.