Als er gesproken wordt over roofvogels, dan wordt bedoeld de twee ordes binnen het dierenrijk:

  • De Accipitriformes
  • De Falconiformes

Accipitriformes

Onder de Acciptitriofrmes vallen 4 families:

  • Havikachtigen (Accipitridae)
  • Gieren van de Nieuwe Wereld (Cathartidae)
  • Visarenden (Pandionidae)
  • Secretarisvogels (Sagittariidae)

Eén van de bekendste soorten Acciptitriofrmes is de Andescondor en valt onder de familie Gieren van de nieuwe wereld.

Falconidae

De Falconidae bestaat uit 1 familie de Valkachtigen en bestaat weer uit 18 verschillende geslachten.

  • Valkachtigen (Falconidae)

Onder de Accipitriformes vallen de havikachtigen, gieren van de nieuwe wereld, visarenden en de secretarisvogels. Onder de Falconiformes vallen de elf geslachten van de valkachtigen.

Roofvogels zijn over het algemeen vleesetende vogels die actief op hun prooien jagen. Sommigen zijn aaseters. Maar niet alle vogels die vlees eten of prooien vangen zijn roofvogels. Uilen bijvoorbeeld, zijn nauw verwant aan de roofvogels maar vormen een andere orde (Strigiformes). Uilen worden soms wel nachtroofvogels genoemd. Ook kraaien en meeuwen vallen niet onder de roofvogels.

Roofvogels worden ook wel dagstootvogels genoemd.

Roofvogels in Nederland

In Nederland komen diverse roofvogels voor:

  • Buizerd
  • Zeearend
  • Visarend
  • Havik
  • Sperwer
  • Torenvalk
  • Boomvalk
  • Bruine kiekendief
  • Grauwe kiekendief
  • Blauwe kiekendief
  • Ruigpootbuizerd
  • Wespendief
  • Dwergvalk of smelleken

Roofvogels leven in verschillende soorten leefgebieden, van open vlaktes tot bossen. Goede plaatsen om roofvogels te spotten zijn de duinen, heidegebieden en bosranden.

Kenmerken roofvogels

Roofvogels kun je herkennen aan hun haaksnavel en hebben lange scherpe klauwen en de grote neusgaten zitten in een soort wasachtige huid die rood of geel gekleurd is en aan de snavel vastzit. Roofvogels hebben een broek van veren, maar het onderste deel van de poten is kaal. Drie tenen steken naar voren en één naar achteren waardoor ze extra goed grip hebben op hun prooi. De ogen van roofvogels zijn uitzonderlijk goed. Met hun priemende blik zien ze een klein prooi al van kilometers afstand rondscharrelen. De uitdrukking haviksogen hebben, betekent dat niets je ontgaat en je alles ziet.

Geelkopgieren en kalkoengieren staan er om bekend dat ze een uitstekend reukvermogen hebben, dit in tegenstelling tot veel andere vogelsoorten. Gieren zijn aaseters: met hun goede neus weten de kalkoen- en geelkopgieren zelfs rottende kadavers onder een bladerdek te vinden. Andere gieren, met minder goede neuzen, volgen hun soortgenoten dan ook graag.

De Andescondor is de grootste roofvogel die er bestaat. Hij komt voor in het Andesgebergte in Zuid-Amerika en als hij zijn vleugels uitslaat heeft hij een spanwijdte van meer dan drie meter!

Met een vleugelspanwijdte van slechts 15 centimeter is de dwergvalk dan net even minder imposant. Toch denken zijn prooien daar wel anders over. De dwergvalk, of smelleken zoals hij ook genoemd wordt, is een supersnelle en bloedfanatieke jager.

Wat eten roofvogels?

De meeste roofvogels zijn felle jagers en echte vleeseters. Ze eten andere vogels en kleine zoogdieren. Toch zijn er nog wel wat uitzonderingen. Zo heeft de slakkenwouw een dunne haaksnavel om goed bij zijn favoriete maaltje slakken te kunnen komen. Visarenden eten graag vis en gieren eten aas. Palmgieren eten - naast dode vis - uit vruchten van de oliepalm. Wespendieven zijn echte insecteneters. Ook de manier van jagen verschilt. De visarend blijft graag op een vast punt zitten tot hij een prooi voorbij ziet komen. Dit kan een boom of rotspunt zijn. De torenvalk hangt doodstil in de lucht met snel bewegende vleugels tot hij een prooi spot. Dit wordt bidden genoemd. Heeft hij een prooi in het vizier, dan duikt hij daar razendsnel op af. Er zijn meer biddende roofvogels.

De wespendief heeft een goede bescherming tegen de stekende insecten die hij uitgraaft met zijn snavel. Hij heeft een dik verenpak, schubben op zijn poten en wimperharen die zijn ogen beschermen. Boomvalk en slechtvalk vangen andere vogels. Dit doen ze gewoon in de lucht tijdens de vlucht.

Voortplanting roofvogels

In de paringstijd drukken de vogels hun cloaca’s tegen elkaar aan, waarna het vrouwtje de eieren legt. De manier van broeden verschilt sterk bij de roofvogels. Sommige roofvogels blijven hun hele leven bij elkaar en bouwen samen een nest. Zij zijn monogaam. Anderen voeren ieder jaar een balts uit om een partner te veroveren. Ook de bouw van het nest verschilt: sommigen maken alleen een kuiltje in de grond, terwijl anderen een groot nest maken die ze ieder jaar verder uitbreiden. Wel keren roofvogels vaak terug naar eerdere broedlocaties.

De imposante zeearenden in Groningen zijn daar een goed voorbeeld van. Al meerdere jaren op rij broeden ze in hetzelfde gebied en zijn er inmiddels twee broedparen bijgekomen in de provincie. Dit was al heel lang niet meer gebeurd voordat het eerste koppel neerstreek bij het Zuidlaardermeer. Ook in de Oostvaardersplassen is de zeearend helemaal terug van weggeweest.