Duiven
Spechten
Expert paginaInhoud
Spechten (Picidae) zijn kleine tot middelgrote vogels die in bomen leven en daar met hun scherpe snavel en lange, kleverige tong insecten uit de bast peuteren en opeten. Spechten vallen niet altijd op, omdat ze veel hoog in de bomen zitten. Maar het geluid van een specht herken je al snel: een snel hamerend geluid in de bomen. Vooral in holle bomen weerkaatst het geluid tot ver in de omtrek. Dit ‘hameren’ of ‘roffelen’ doen spechten dan ook niet alleen in de zoektocht naar voedsel. Het is ook communicatiemiddel bijvoorbeeld om een territorium aan te geven of in de zoektocht naar een paringspartner.
Spechten komen vrijwel overal voor, alleen niet in de poolgebieden, Australië, Nieuw-Zeeland en Madagaskar. Ze leven meestal in bossen, maar komen ook voor in gebieden met weinig bomen zoals heuvels en woestijnen.
Welke soorten spechten zijn er?
Er zijn ongeveer 240 soorten spechten. De familie wordt onderverdeeld in drie onderfamilies:
- Echte spechten (Picinae)
- Draaihalzen (Jynginae)
- Dwergspechten (Picumninae)
- Bekende soorten spechten in Nederland en omringende landen zijn:
- Grote bonte specht (Dendrocopos major)
- Middelste bonte specht (Dendrocoptes medius)
- Kleine bonte specht (Dryobates minor)
- Groene specht (Picus viridis)
- Zwarte specht (Dryocopus martius)
- Grijskopspecht (Picus canus)
- Draaihals (Jynx torquilla)
De grote bonte specht komt het meest voor in Nederland, maar ook de middelste bonte specht is bezig met een opmars. De draaihals is de meest zeldzame specht in Nederland. De zwarte specht is de grootste specht in Europa.
Kenmerken van spechten
De kop van spechten is bestand tegen het vele hameren dat een grote belasting is voor nek en hersenen. Het dier heeft weinig hersenvocht in de schedel waardoor de hersenen relatief vast zitten. Het sponsachtige bot van de schedel absorbeert de grote klappen. Tot slot hebben ze nog een sterk vergroot tongbeen die als een soort veiligheidsgordel om de schedel heen ligt.
De vogel houdt zich vast aan de boom met scherpe nagels. De twee middelste tenen van de specht staan naar voren, de twee buitenste staan schuin naar achteren. Dit noem je zygodactylische poten.
De snavel is het belangrijkste gereedschap van de specht. Deze is recht, sterk dankzij een stevige hoornlaag en heeft een harde, beitelvormige punt. In de snavel zit de lange, kleverige tong waar insecten aan blijven kleven.
De stijve staart van de specht geeft extra steun tijdens het hameren. Ook de sterke nekspieren zijn hiervoor bedoeld.
Spechten kun je herkennen aan hun verschillende roffels. De grote bonte specht heeft een korte, krachtige roffel terwijl die van de zwarte specht dof en lang is. Middelste bonte spechten roffelen een stuk minder dan hun soortgenoten maar zij hebben weer een karakteristieke baltsroep. Deze doet denken aan die van een gaai. De groene specht maakt een geluid alsof hij iedereen uitlacht. Hij heeft een lange, hinnikende roep. Ook de groene specht roffelt zelden.
Wat eten spechten?
Spechten eten vooral insecten en in de winter - als er minder insecten te vinden zijn - vullen ze hun menu aan met noten en zaden van sparren en dennenkegels. Deze krijgen ze met hun scherpe snavels makkelijk open. Grote bonte spechten eten ook wel eieren of jongen van andere vogels. Groene spechten zijn dol op mieren. Hij foerageert dan ook meer dan de andere spechten op de grond en in het gras. In de tuin maak je spechten blij met pinda’s en vetbollen. Vogelpindakaas op een boom smeren of in een spechtenblok kan ook.
Voortplanting specht
Grote bonte spechten nestelen bij voorkeur in een boomholte met rond gat. Meestal maken ze zo’n holte zelf in bomen met zacht hout, zoals berken. Maar naaldbomen worden ook gebruikt.
Groene spechten bekleden hun nestholte niet. Eieren worden op het kale hout gelegd. De overige spechten kleden het nest aan met mossen en andere zachte materialen. Spechten leggen tussen de twee tot acht eieren. Gemiddeld vijf tot zeven eieren per keer. Meestal zijn de mannetjes de makers van de nestholte. Verder zijn mannetjes en vrouwtjes gelijk betrokken bij het nest, de broedperiode en de zorg voor de jonge spechten.