Hermelijn (mustela erminea)

Wat is een hermelijn?

De Hermelijn is een marterachtigen en valt dus onder de orde roofdieren. De orde roofdieren vallen onder de klasse zoogdieren. Andere marterachtigen zijn de wezel, bunzing, das, boommarter, steenmarter en dwergotter.

Verspreiding

Het leefgebied of de verspreiding van de hermelijn is door heel Europa met uitzondering van het zuiden van Europa en IJsland. De Hermelijn komt voor in Azië en Noord-Amerika.

De hermelijn leeft in bossen, parken, duinen en ook op weilanden en bouwland. Het leefgebied van de hermelijn is dus als zeer divers te typeren. In de menselijke omgeving tref je eerder een hermelijn aan dan een wezel. De hermelijn maakt gebruikt van de holen van mollen en woelratten.

Het territorium van de hermelijn markeren deze dieren door geurstoffen te verspreiden vanuit de analyse streek. De hermelijn zal met mogelijk dreiging op de achterpoten gaan staan en goed waarnemen en luisteren, men noemt dit ‘een kegel maken’.

Kenmerken

Hoe ziet een hermelijn eruit?

De hermelijn heeft een lengte van 24 tot 29 centimeter en de staart is nog eens 8 tot 12 centimeter. Een Hermelijn kan tot 350 gram wegen maar er zijn ook wel zwaardere hermelijnen. De hermelijn heeft een bruine vacht in het mildere klimaat en in de koudere gebieden en gebergten is de vachtkleur wit. De hermelijn heeft een zomer- en wintervacht en de wissels zijn in de maanden april en november. De oortjes van de hermelijn stekenbuiten de vacht uit.

Een hermelijn is snel en lening en kan erg goed klimmen. Daarnaast is de hermelijn ook een goede springer en ook zwemmen kan de hermelijn. De hermelijn wordt meestal als nachtdier aangemerkt maar juist overdag wordt deze dieren waargenomen.

Voedsel

De hermelijn is een carnivoor en eet onder andere kleine zoogdieren, muizen, ratten, mollen en in bepaalde gebieden worden ook fazanten en grutto’s gegeten.

Voortplanting

Hermelijnen maken nesten van gras, mos, bladeren en veren. De ranstijd (of roltijd) vindt plaats in het voorjaar. De draagtijd van de hermelijn is 8 tot 9 weken. Als de hermelijn in de zomer een ‘tweede’ draagtijd heeft, dan is er sprake van een verlengde draagtijd en worden de jongen pas in het voorjaar geboren. Het vrouwtje werpt één keer per jaar 4 tot 9 jongen. Het aantal jongen kan in de bijzondere gevallen oplopen tot 13 jongen.

Na de geboorte zijn de hermelijn jongen 6 tot 7 weken blind en daarna duurt het nog een maand voordat de Hermelijn ‘baby’ lijkt op de hermelijn. Het zogen duurt 6 weken en er wordt ook al snel begonnen met het voeren van vlees.