Steenmarter (Martes foina)

Steenmarters (Martes Foina) behoren net als dassen, otters en wezels tot de familie van marterachtigen. Ze worden ook wel het fluwijn genoemd. Het is een klein roofdier die zowel in stedelijke gebieden als in loofwouden, aan de randen van bosgebieden en op open rotsheuvels leeft. De oorsprong van de steenmarter ligt in Zuid- en Oost-Europa en Azië, maar inmiddels is de steenmarter opgetrokken tot aan Noord-West Europa waaronder Nederland.

Steenmarters worden gevreesd door huizen- en autobezitters. Ze nemen hun intrek in spouwmuren, zolders, onder de dakpannen en in schuren en richten daar veel schade aan. Ook sommige autokabels worden aangevreten door marters wat tot gevaarlijke situaties kan leiden. Een enkele keer doden ze pluimvee en knaagdieren die mensen rondom het huis houden. De steenmarter is dus niet geliefd bij veel mensen. Toch zijn verjagen of verplaatsen (dit is verboden in België) de enige opties: de steenmarter is beschermd en mag niet gedood worden.

Kenmerken Steenmarter

De steenmarter heeft ongeveer het formaat van een kat, met een lang lichaam en korte poten. Zijn vacht is bruin en op zijn borst heeft hij een grote (grijs)witte bef. De staart wordt ongeveer 25 centimeter lang. Mannetjes zijn zwaarder dan de vrouwtjes en kunnen tot ongeveer 2 kilo wegen.

Veel marterachtigen hebben een typische manier van lopen. Ook de steenmarter heeft een soort snelle, huppelende loop. Het zijn zeer goede klimmers en ze kunnen wel 1,5 meter hoog springen. Met hun flexibele lichaam kunnen ze door de kleinste gaten heen kruipen. Al met al is het dus niet verwonderlijk dat ze huizen en auto’s weten binnen te dringen.

In gevangenschap kunnen steenmarters wel 18 jaar oud worden. In het wild leven ze meestal minder lang. Vooral het verkeer is doodsoorzaak nummer 1 voor steenmarters.

Marters zijn nachtactieve dieren. Overdag houden ze zich schuil en zal je ze niet snel tegenkomen.

Voedsel

De steenmarter is een opportunistische omnivoor, wat betekent dat hij vooral eet wat hij op dat moment in zijn territorium kan vinden. Hij jaagt op diverse dieren zoals ratten, muizen, vogels en eekhoorns. Soms eet hij kikkers en hagedissen. Daarnaast vult hij zijn menu aan met vruchten, bessen, kersen en eieren. Maar met hetzelfde gemak eet hij dood aas of insecten.

In de bewoonde gebieden laat de steenmarter zijn menu bepalen door de mens. Pluimvee dat door mensen gehouden wordt zoals kippen, ganzen en kalkoenen, vormt een makkelijk prooi en het afval dat hij in deze gebieden vindt is helemaal een eenvoudige en onuitputtelijke voedingsbron.

Voortplanting

Steenmarters jagen wel eens in groepsverband, maar zijn over het algemeen solitaire dieren. In de paartijd laat het loopse vrouwtje een geur achter waardoor de mannetjes haar kunnen vinden. Gedurende deze loopsheid – die ongeveer tien dagen duurt – paart zij met verschillende mannetjes om de kans op succes te vergroten.

De paartijd vindt meestal plaats in de zomer, maar door een verlengde draagtijd worden de jongen pas in de volgende lente geboren. De draagtijd zelf duurt namelijk maar dertig dagen. Gemiddeld krijgt de moeder drie tot vier jongen, maar uitzonderingen tussen de één en acht jongen per worp komen voor.

Steenmarters zijn zoogdieren en de zoogtijd duurt zo’n acht weken. Daarna stapt de jonge steenmarter over op vast voedsel. Na ongeveer drie maanden zijn ze zelfstandig genoeg om met moeder op pad te gaan en in de nazomer tot herfst gaan de jongen op zoek naar een eigen territorium.