Grevyzebra (Equus grevyi)

De Grevyzebra (Equus grevyi) is een bedreigde zebra en komt voor in de drogere streken van Kenia en Ethiopië. Deze dieren vallen onder de familie paardachtigen, de orde onevenhoevigen en de klasse zoogdieren. Het is de grootste soort zebra en leeft op droge graslanden en savannes. Het is de noordelijkst voorkomende zebra die vroeger in heel Noordoost- Afrika voorkwam. Zelfs in halfwoestijnen kon hij overleven. Door de jacht en concurrentie van geiten en schapen komt de grevyzebra in het wild bijna niet meer voor.

Kenmerken

De Grevyzebra heeft smalle strepen en een kenmerkende zwarte streep over de rug. De buik is wit, net als die van de bergzebra. Als je goed naar de kop kijkt, zie je dat de Grevyzebra een bruine vlek op de neus heeft. Vanaf een afstandje zijn de grote, ronde oren duidelijk zichtbaar. De strepen van de vacht lopen door in de manen.

Van de zebrasoorten is de grevyzebra de grootste. Hij wordt ongeveer 2,5 tot 3 meter lang en heeft een schofthoogte van 1.40 tot 1.60 meter. Vrouwtjes worden maximaal 400 kilo, een mannetje tikt maximaal 450 kilo aan op de weegschaal.

Doordat een Grevyzebra goed aangepast is aan het leven in droge gebieden, kan hij ook langer zonder water dan de andere soorten. Als het echt moet, red hij het vijf dagen lang zonder water. Ter vergelijking: de andere zebra’s kunnen maximaal twee dagen zonder water. Om toch in vocht te voorzien graaft de Grevyzebra in droge rivierbedden naar grondwater. Maar ondanks dit enorme aanpassingsvermogen zal het dier liever elke dag drinken als hij daar de kans voor krijgt.

Een Grevyzebra kan in het wild ongeveer 24 jaar oud worden.

Voedsel

Gras en kruiden, soms aangevuld met bladeren van lage bomen en struiken: de Grevyzebra heeft niet veel verschillende ingrediënten op zijn menu staan. De soort graast voornamelijk in de ochtend- en avondschemering, op het heetst van de dag schuilt hij in de schaduw.

De kiezen en darmen van zebra’s zijn geschikt voor het fijnmalen en verteren van dor en taai gras. De meterslange darmen halen zo efficiënt mogelijk alle voedingsstoffen uit het soms karige menu van de soort.

Voortplanting

Grevyzebra’s zijn de enige zebra’s die niet in harems leven. De vrouwtjes leven in losse kuddes en groepen bij elkaar, maar de mannetjes hebben een eigen territorium die – als dat nodig is – agressief verdedigd wordt tegen andere mannetjes. Mannetjes zonder territorium trekken in kleine groepjes met elkaar rond. Zodra een vruchtbaar vrouwtje door zijn territorium trekt, mag het mannetje met haar paren. Meestal vindt het paren plaats tijdens het regenseizoen.

Vrouwtjes hebben een vaste plek om hun jong te werpen, ze keren daar voor iedere geboorte weer naar terug. De draagtijd van een zebraveulen is ongeveer een jaar. Per keer krijgt een zebra één jong, die de eerste tijd uit de buurt van de andere zebra’s wordt gehouden. Op die manier krijgt het veulen de kans om de geur, het geluid en het unieke strepenpatroon van zijn moeder te leren kennen.

De geboorte is relatief snel. Een zebra werpt haar jongen liggend en is daarmee erg kwetsbaar. Binnen tien minuten is het al gebeurd. De jonge veulens kunnen na een kwartier al staan en lopen en rennen binnen enkele uren met de kudde mee. Een zebraveulen heeft bruine strepen die pas na een jaar zwart worden.

Zebra’s zijn zoogdieren, in sommige gevallen drinkt een veulen tot hij één jaar oud is bij de moeder. Maar meestal stopt hij al eerder met melk drinken. Na ongeveer drie maanden begint hij al met het drinken van water en het eten van gras.

Zodra hij ruim een half jaar is, zal een veulen ondernemender en onafhankelijker worden. Toch blijft hij nog zo’n twee tot drie jaar bij zijn moeder in de buurt. De band tussen moeder en jong is goed en wordt bestendigd door het likken van de nek en rug. Zo rond het zesde levensjaar gaan zebra’s zich in het wild voortplanten. In dierentuinen gebeurt het soms al eerder.

Geschiedenis

De Grevyzebra is vernoemd naar de Franse president Jules Grévy die in de negentiende eeuw een Grevyzebra cadeau kreeg. Daarvoor was de zebra ook al bekend: de oude Romeinen gebruikten deze soort al in de derde eeuw in de Romeinse circussen. Hij stond bekend als ‘tijgerpaard’ (Hippotigris). Verwante soorten kwamen vroeger in heel Afrika en gedeeltes van Azië voor. Er zijn fossielen gevonden tot in China aan toe!

Bedreigingen

Rond de jaren zeventig van de vorige eeuw waren er ongeveer 15.000 Grevyzebra’s, maar recente schattingen gaan uit dat er nog maar zo’n 2000 exemplaren in het wild zijn. Zoals gezegd vormt het vee van boeren die rond de waterplassen grazen voor een enorme terugname van de zebra’s. De schapen en geiten grazen het beschikbare gras weg en belemmeren de doorgang naar het water. Hierdoor trekken de zebra’s verder weg om te grazen en komen ze voornamelijk ’s nachts naar de waterbronnen om te drinken. In het donker zijn ze een extra makkelijke prooi voor de ’s nachts jagende roofdieren. Helemaal omdat ze soms hun jongen moeten achterlaten op zoek naar water. De hulpeloze veulens maken geen kans tegen de leeuwen en luipaarden.

Een andere reden dat de aantallen zover zijn teruggelopen is de jacht die op het dier gemaakt wordt voor de vacht en het vlees. Vachten van zeldzame dieren worden helaas nog steeds gezien als statussymbool.

Alsof dat nog niet erg genoeg is, zorgde een plotselinge uitbraak van een dodelijke ziekte in 2005 voor verdere daling van de grevyzebra’s. De verliezen waren groot, maar gelukkig heeft een in allerijl opgezet vaccinatieprogramma ervoor gezorgd dat een groot aantal belangrijke populaties gevaccineerd kon worden tegen de ziekte.

De Grevyzebra’s die er nu nog zijn, worden goed in de gaten gehouden met speciale software: Grévy’s stripe ID. Deze software herkent de unieke strepenpatronen van de zebra’s en brengt zo veel belangrijke informatie over de individuele zebra’s en de populaties betrouwbaar in kaart voor de onderzoekers. Op die manier leren ze meer over de zebra’s als tijdens de arbeidsintensieve veldonderzoeken. Kennis vergaren met behulp van een streepsjescode: dat kan alleen bij een zebra!