Dingo (Canis lupus dingo)

Deze dieren vallen onder de klasse zoogdieren, orde roofdieren, familie hondachtigen en het geslacht Canis. Een dingo valt binnen de groep wolven, coyotes en jakhalzen (bijvoorbeeld de gestreepte jakhals).

Leefgebied

De dingo komt vooral voor in Australië, maar ook op enkele andere plekken in Zuidoost-Azië. In het wild komen ze vooral voor in Thailand en Australië, maar ze zijn ook gesignaleerd in Zuidoost-China, Maleisië, Laos, Indonesië, Nieuw-Guinea, de Filipijnen, Myanmar en Borneo. In Australië, met name in het centrale en westelijke gedeelte leven ze vooral in bossen, bergen of op vlaktes. In centraal Australië zijn ze ook in de woestijn te vinden, waar men ook waterbekkens kan vinden voor vee.

Kenmerken Dingo

Oorspronkelijk is de dingo een verwilderde hondensoort uit Australië, er bestaat een theorie dat hij een afstammeling is van de Indische steppewolf. Dingo’s worden regelmatig uit het wild als huisdier meegenomen, gemiddeld 5.000 mensen per jaar nemen een dingo mee wanneer ze er een tegenkomen in het wild. De laatste jaren verwilderen ze echter telkens weer een stuk meer. Hij is kleiner dan een wolf en ze zijn ongeveer net zo zwaar als een middelgrote hond. De kleur van de vacht kan verschillen van zandkleur tot een donker roodbruine kleur. Hij heeft daarnaast witte vlekken op de voeten, borst, snuit en de buik. Ook heeft de staart vaak een witte punt aan het uiteinde. Een mannetjesdingo uit Australië weegt ongeveer tussen de 11.8 en de 19.4 kg, en ze zijn ongeveer 0.92 meter lang. Wat de vrouwtjes betreft verschilt het dan net weer iets, die wegen tussen de 9.6 en de 16 kg, met een gemiddelde lichaamslengte van 88.5 centimeter. Wanneer we kijken naar Australische Dingo’s dan valt op dat ze meestal een stukje minder groot zijn dan de soortgenoten uit Australië. Dit kan te maken hebben met de voeding. Het dieet van de soortgenoten bestaat vooral koolhydraten, terwijl voor de Australische dingo proteïne weer een grotere rol speelt.

Dingo

Hij behoort tot de echte roofdieren. Vroeger werden ze door de Aboriginals vooral als gezelschap gebruikt, en daarnaast werden ze ook ingezet bij de jacht. Wat vooral opvalt is dat een ze vaak maar één persoon afkomstig uit een Aboriginalstam accepteerde op het gebied van het aannemen van voedsel. Andere stamleden werden door het dier niet geaccepteerd. Door de Aboriginals is het dier destijds meegenomen vanuit Zuidoost-Azië richting Australië. Vandaag de dag bestaan er geen raszuivere dieren meer, dat komt doordat mensen door middel van kruising probeerde het ideale huisdier te creëren. Een uitzondering hierop is een aantal die in isolatie worden gehouden. Het enkele raszuivere kenmerk dat ze nog heeft is het huilen. Een tamme dingo kan altijd nog wild worden wanneer hij als huisdier wordt gehouden. Dit kan een groot gevaar zijn voor een gezin. Hij kan gevaarlijk zijn voor kinderen en het dier is bezig met een continue strijd om het leiderschap in de groep. Wanneer er dan kruipende kinderen zijn dan is dit heel gevaarlijk, hij kan ze zelfs aanvallen. Hij is enorm nuttig door ervoor te zorgen dat de door westerlingen geïmporteerde konijnen zich niet vormen tot een plaag.

Voedsel

Een dingo leeft vooral van kleine dieren, zoals vogels, konijnen of knaagdieren. Wanneer ze in kleine groepjes zijn dan kunnen ze vaak zelfs schapen en kangoeroes aan. Maar dit is niet het enige. Ze lusten ook graag planten, vruchten en aas.

Vormen van gedrag

Jonge mannetjes kunnen soms zwervend en solitair zijn. Volwassenen vormen meestal kleine groepjes van 3 tot 12. In gebieden waar de ze bijna niet voorkomt zul je ze vooral zie in paren. Er is niet heel veel contact en interactie tussen diverse roedels. Ze blijven meestal op de grond waar ze geboren zijn en binnen het territorium leggen ze per dag rond de 10 tot 2 kilometer af. Ook tegen andere roedel wordt het territorium verdedigd.

Ze kennen een voorliefde voor schapen. Door westerse immigranten zijn deze geïmporteerd en dit kan een probleem vormen, want de schapen zijn een makkelijke prooi. Per nacht kan en groepje wel rond de 50 schapen doden, dit zorgt voor weinig blijdschap onder de boeren. Ze doden niet enkel wanneer ze hoger hebben, maar ook gerust voor hun eigen plezier. In 1880 is er destijds een dingofence om de zuidelijke staten heengezet om ze van Dingo’s vrij te maken, met beperkt succes. Voor de gedragsvorming zijn nietsvermoedende toeristen of dierenliefhebbers ook een groot gevaar. Wanneer men ze gaat voeren dan verandert de diersoort meer in een bedelaar, ze komen dan telkens naar mensen toe om gevoerd te worden. Zo wordt de motivatie om op echt voedsel te gaan jaren steeds minderen.

Wat zijn enkele predatoren?

Enkele predatoren die we kunnen noemen zijn honden, Jakhalzen, havik-achtigen en krokodillen.

Voortplanting

Ze krijgen gemiddeld één vol nest met pups per jaar. Op het gebied van paartijd zijn we seizoensgebonden en ook zijn we afhankelijk van de breedtegraad. In Australië is de paartijd meestal tussen maart en april en in Zuidoost-Azië is hij meestal van augustus tot september. Er is enkel één paar dat zich meestal voortplant, zij blijven vaak bij elkaar. De dominante onder de vrouwen zal jongeren van andere vrouwtjes die in de groep verkeren doden. De pups worden meestal geboren na een draagtijd van 63 dagen, er kunnen één tot 10 jongen worden geboren. Ze verlaten het nest na 3 weken af en toe, en na 8 weken zijn ze volledig gespeend en dan kan het nest helemaal worden verlaten. Ze zwerven dan binnen een straal van 3,000 van het nest.

Bedreiging

Eerder kwamen ze als roofdieren veel voor in Oceanië en Zuidoost-Azië. In 2008 zijn ze bestempeld als een kwetsbare soort met een dalende trend in hoeveelheid. De oorzaak hiervan kan worden gevonden bij de kruising met tamme honden. Hoe veel er nog zuiver zijn is niet bekend.