De boomkikker (Hyla arborea)

Hyla arborea is de Latijnse benaming voor deze kleine groene kikker met een opvallende streep die vanuit de ogen loopt tot naar de buik als een soort flank. De kop heeft een rond stom uiterlijk en zijn achterpoten zijn lang en dun. De kikker heeft zuignapjes aan zijn vingers om zich vast te klampen aan takken in bomen. Boomkikkers in Vlaanderen waren er in kleine populaties rond het jaar 2000. Gelukkig heeft natuurpunt alles op alles gezet om het diertje te redden zodat het beter gaat en de kikker weer in grote aantallen broed. De kikker is nu weer volop aanwezig in Vlaanderen.

Kenmerken

Het dier is ongeveer 3,5-5 cm lang. Het lichaam is klein en wat plomp. De kop en snuit zijn stomp. De kikker heeft een gladde huid en is meestal olijfgroen, grasgroen, gelig en bruingroen van kleur. Hier zitten onderlinge verschillen in. De buik is van een gebroken witte kleur en met een wat korrelig patroon. De boomkikker heeft speciale hechtschijven aan zijn vingers en tenen om zich te hechten aan bladeren en takken. De ogen hebben korrelige irissen zijn geel en oranje van kleur. De pupil is ovaal-achtig en ligt horizontaal in het oog. Jonge kikkers hebben een andere groen tint dan de oudere exemplaren. Kikkervisjes, de larven hebben een zwemstaart die aan de boven en onderzijde doorzichtig van kleur is waarmee ze zich voort kunnen bewegen. Het lichaam en de staart zelf van de larven zijn donkergroen met een stippen of korrel patroon.

Verspreiding en leefgebied

De boomkikker zou je eerder in het regenwoud verwachten met zijn exotische uiterlijk in de orde van anfibieën. Deze kikkers komen dan ook voor in de regenwouden van de Amazone maar zien er net even wat anders uit. Deze komt gewoon voor in Limburg en andere streken. Mensen zoals Peter Engelen hebben de met uitsterven bedreigde kikker van het leven gered door in de natuur vijvers aan te leggen en wateren waarin de kikker zijn eitjes kan leggen. Hierdoor zijn er ten opzichte van 20 jaar geleden weer voldoende exemplaren van de boomkikker.

Voedsel

Deze kikker is een insecten eter en eet kleine insecten zoals vliegen, muggen, larven en keversoorten. Met een lange kleeftong kan de kikker snel happen waardoor het insect niet meer kan ontsnappen. Ze leven in struikgewas en in bomen rondom wateren.

Voortplanting

Deze kikkers broeden in de zomermaanden van april tot in juli. De eieren worden in ondiep water geworpen door het vrouwtje. Het mannetje roept met luid gekwaak om het vrouwtje het hof te maken aan de randen van de oevers. De eitjes liggen vaak tussen de waterplanten. In de nachten en vroege ochtenden is het luide gekwaak te horen tijdens het paar seizoen van deze kikker. Met ongeveer 50 klompjes per nacht worden heel wat eieren gelegd. Warm weer zorgt ervoor dat de eitjes sneller uitkomen en de kikkerlarven groeien. Bij temperaturen boven de 20 graden komen de eitjes meestal binnen 3 dagen uit. Bij temperaturen lager dan 15 graden blijven ze dicht en kan het weken duren voordat ze uitkomen.

Wat is kenmerkend voor deze kikkers?

De kikkergroepen kwaken luid in koor. Door middel van een grote kwaakblaas onder hun keel produceren ze deze geluiden. Soms veranderen ze van kleur. Dit kan bij stress en aanpassing aan de omgeving zoals temperatuur maar ook ter camouflage. De mannetjes beschikken over een luide lokroep. Als een ander mannetje een vrouwtje lokt maar geen vrouwtje zoekt, bespringt weer een ander mannetje het vrouwtje. Ze kleven met hun zuignap vingers en tenen makkelijk vast aan struikgewassen en door een slijmlaagje over de huid blijven ze goed zitten zonder te vallen. Dit laagje slijm wordt aan de buikzijde uitgescheden voor versteviging van het lichaam op planten.

Het spotten van boomkikkers

In de natuur zoals bossen en landschappen met veel struikgewas kun je boomkikkers in ondiepe wateren vinden en ook in vijvers in de eigen achtertuin. Ze houden van zonnen in het struikgewas en leven ook grotendeels in het water. Het zijn voornamelijk nacht en avond dieren die tijdens de schemer opzoek gaan naar voedsel en actief zijn. In veel natuurgebieden in Vlaanderen zoals de Polderrand van Knokke-Heist, Bree, Maasmechelen, het Maasdal en vijvergebied van midden Limburg nabij Hasselt en Diepenbeek. Ook rondom de Nederlands Belgische grens komen ze voor.

Zelf dingen doen om anfibieën zoals de boomkikker te beschermen

In Hasselt, Genk, Diepenbeek en Zonhoven zitten natuurpunt locaties die je alles kunnen vertellen over de boomkikker. Ook jouw hulp is altijd welkom. Je kunt nabij jouw woning waar de diertjes voorkomen veel groen en water met waterplanten aanleggen zonder vissen erin. Vissen eten namelijk de eitjes van de kikker. Ook houtstapels doen het goed waaronder de kikker kan schuilen in de winter. Een blauwbandgrondel (vissoort) at eieren van de kikker. Samen met de verkleining van de leefbiotoop dreigde deze diersoort uit te sterven rond het jaar 2000. Natuurpunt heeft door aanleg van extra habitat en de leefomgeving van de kikker uit te breiden de kikker weer teruggehaald. Ook stapstenen die regenwater opvangen kunnen helpen, hierdoor worden natuurlijke vijvers gevormd die een eenheid vormen met de natuur. Vijvers die droog komen te liggen waardoor regenwater door de grond zakt vormen tevens een bedreiging voor deze kikker. Er kunnen met goede ideeën nieuwe moerassen en rivieren voor de dieren worden nagebootst die weer verbinden met de natuur.

In de regio Limburg gaat de populatie omhoog en gaat het goed met deze diersoort. In enkele andere regio's zoals Genk, Diepenbeek en Hasselt komen de dieren langzamer opgang en zijn er nog niet voldoende populaties door de geïsoleerde ligging. Ook daar moeten meer verbindingen komen samen met stapstenen om het leefgebied van de kikker te vergroten. Natuurpunt is continue bezig het zo fijn mogelijk te maken voor deze kikker voor zowel nu als in de toekomst.