Vleerhond (Pteropodidae)

Vrijwel iedereen is al vanaf jonge leeftijd bekend met vleermuizen, maar niet iedereen is zich ervan bewust dat er ook veel vleerhonden (Pteropodidae) zijn. Deze familie in de orde van de vleermuizen telt bijna 200 soorten in ongeveer 45 geslachten. Geen kleine familie dus. Vleerhonden worden ook wel vliegende honden of grote vleermuizen genoemd.

Vleerhonden komen voor in Afrika, Azië en Australië en leven daar in tropische en subtropische gebieden. Deze dieren komen voor in bosrijke gebieden en slapen en eten in bomen. In tegenstelling tot vleermuizen die eerder grotten of ruïnes opzoeken.

In de natuur worden vleerhonden ongeveer 15 jaar oud. Ze hebben een paar natuurlijke vijanden, maar de grootste vijand van de vleerhond is de mens. Het vliegende zoogdier wordt verdelgt om te voorkomen dat de fruitteelt wordt aangetast. Onder andere de Rodrigues vleerhond is daardoor ernstig bedreigd. Gelukkig zijn diverse dierentuinen bezig met een fokprogramma om dit intelligente en nuttige dier te beschermen.

Kenmerken

Vleerhonden zijn over het algemeen iets groter dan vleermuizen, alhoewel er ook hele kleine veerhonden zijn. De spanwijdte van de vleugels ligt tussen de 24 centimeter van de kleinste vleerhond tot 180 (!) centimeter van de grootste. De zwaarste vleerhonden, zoals de kalong, wegen ongeveer één kilo. De kop van het dier lijkt met zijn spitse snuit erg op die van een hond of een vos, waarmee meteen de naam duidelijk wordt. In het Engels wordt de vleerhond ook wel flying fox genoemd.

De vleugels van de vleerhond worden niet alleen gebruikt om te vliegen. Zodra hij gaat slapen, slaat hij ze om zich heen als een warm dekentje. Als het heel warm is, gebruikt hij zijn vleugels om zichzelf koelte toe te wuiven en zelfs als het regent komen de dunne vliezen van pas als paraplu.

Voedsel

Alle vleerhonden zijn herbivoor en een groot aantal is frugivoor: dit betekent dat ze alleen vruchten eten en nectar van bloemen drinken. In tegenstelling tot de insectenetende vleermuizen hebben vleerhonden dan ook geen sonardetectie nodig om hun voedsel op te sporen. Ze gebruiken daarvoor gewoon hun uitstekende geur- en gezichtsvermogen.

Vleerhonden zijn ongelooflijk belangrijk voor het voortbestaan van de regenwouden. Ze verspreiden de zaden van de vruchten over grote afstanden door ze uit te spugen of via hun spijsvertering. De soorten die nectar drinken, zorgen voor bestuiving van bloemen, bomen en planten. Tal van soorten zijn voor hun voortplanting afhankelijk van de vleerhond, zoals de Afrikaanse baobab boom.

Voortplanting

Vleerhonden zijn echte groepsdieren die gezellig samenleven. Binnen de groep heeft een mannetje soms een harem van vrouwtjes om hem heen. De mannetjes van een lagere rang leven meer aan de randen van de groep.

Vleerhonden planten zich alleen voort in februari en maart. Na een half jaar draagtijd wordt één jong geboren. Tweelingen zijn zeldzaam. Moeder blijft een maand bij haar jong om te zogen, daarna laat ze hem af en toe alleen om naar voedsel te zoeken. De zogende vrouwtjes zitten bij elkaar in aparte groepen. Na vier tot zes maanden is de jonge vleerhond niet meer afhankelijk van zijn moeder en gaat hij zelf op zoek naar voedsel. Met 18 maanden is hij of zij geslachtsrijp en klaar om zich voort te planten.