Tapirs (Tapiridae)

De tapirs vallen onder de onevenhoevigen waar ook de paarachtigen en neushoorns onder vallen.

  • Bergtapir (Tapirus (Pinchacus) pinchaque)
  • Indische tapir (Tapirus (Acrocodia) indicus)
  • Laaglandtapir (Tapirus (Tapirus) terrestris)
  • Midden-Amerikaanse tapir (Tapirus (Tapirella) bairdii)
  • Tapirus kabomani

Tapirs zijn herbivoren die behoren tot de familie onevenhoevigen. In het wild leven tapirs solitair, ze komen alleen bij elkaar om te paren. In gevangenschap kunnen ze in een groep leven, dat maakt ze geschikt voor dierentuinen. Tapirs zijn nachtdieren, maar zijn soms ook overdag actief.

Soorten tapirs

Ooit kwamen deze dieren voor in grote delen van de wereld. Tegenwoordig zijn er nog vier soorten over die op drie plaatsen in de wereld leven: Zuid- en Midden-Amerika en Zuidoost-Azië.

De tapir in Zuid-Amerika

De Zuid-Amerikaanse tapir (Tapirus on terrestris) komt voor in gebieden met variërende hoogtes: van zeeniveau tot 4500 meter hoogte. Het grootste deel van de populatie leeft in de laagvlakten in tropische bossen met toegang tot water.

Het dieet van de Tapir

De Zuid-Amerikaanse tapir eet gras, bladeren, twijgen, oever- en moerasplanten.

Ook zout en vruchten spelen een belangrijke rol in het dieet. Voor zout legt hij grote afstanden af. Tijdens deze tochten verspreidt de tapir via zijn uitwerpselen zaden van vruchten, wat de biodiversiteit bevordert.

Voorplanting

Tapirs zijn zoogdieren, het vrouwtje werpt maar één jong ter wereld na een draagtijd van 395 dagen. De draagtijd is lang maar dankzij korte ledematen duurt de bevalling slechts drie tot zes minuten. Kalven zijn snel zelfstandig en kunnen gelijk de moeder volgen door de tropische omgeving, tapirs worden het eerste halfjaar beschermt door een camouflage van witte strepen en stippen. Geleidelijk verdwijnt de camouflage van de baby tapir, na een halfjaar is de tapir volwassen en is hij inmiddels bruin van kleur.

Zintuigen

Zuid-Amerikaanse tapirs zijn slechtziend. Met zijn uitstekend ontwikkelde tastorgaan, de korte slurf, vindt hij zijn weg. Het lijkt op die van een olifant. Beide hebben zowel een bovenlip als een neus, beiden plukken met hun slurf bladeren, takken en vruchten van bomen.

Tapirs zijn goede zwemmers

Naast dat de slurf een tastorgaan is en voedsel kan vastgrijpen, kan het als snorkel dienen. Als een tapir zwemt ontlopen ze jaguars, poema's en andere natuurlijke vijanden. Ook worden parasieten verwijderd tijdens het zwemmen.