De nijlkrokodil (Crocodylus niloticus) is de grootste van de vier in Afrika voorkomende krokodillen. Nijlkrokodillen zijn koudbloedige reptielen die ruim 6 meter lang kunnen worden. De Nijlkokodil komt voor in grote delen van Afrika: zelfs in de Sahara (een uitgestrekt woestijngebied) is een populatie nijlkrokodillen bekend. Deze exemplaren blijven wel achter in grootte en lichaamsgewicht doordat ze in andere omstandigheden leven dan de meeste nijlkrokodillen.

Nijlkrokodil

De nijlkrokodil is een zoetwaterdier, maar leeft ook in gebieden met brak water (waar zoet water overgaat in zout water) en de kustgebieden van West-Afrika. De meeste nijlkrokodillen komen echter voor bij rivieren, meren, plassen en watervalmeertjes.

In sommige landen worden nijlkrokodillen als heilige dieren beschouwd, zoals in Burkina Faso en Mali. Daar geloven ze ook dat de nijlkrokodil mensen met rust laat als zij dat omgekeerd ook met hem doen. Ook de oude Egyptenaren beschouwden de nijlkrokodil als een heilig dier. Als een nijlkrokodil wordt gedood of verwondt - met opzet of per ongeluk - brengt de plaatselijke bevolking offers naar het meer om de heilige dieren weer gunstig te stemmen. Offers kunnen bijvoorbeeld andere dieren zijn zoals schildpadden.

Aan de andere kant is de nijlkrokodil een van de dodelijkste krokodillen ter wereld. Door zijn grote verspreidingsgebied is de kans op een ontmoeting met een mens erg groot. Daarnaast is het groot en krachtig dier met scherpe tanden. Hij zal aanvallen als hij daar een reden voor ziet en de kans dat het goed afloopt is bij zo’n dier nihil. Andere namen voor de nijlkrokodil zijn Afrikaanse krokodil, gewone krokodil of zwarte krokodil.

Kenmerken Nijlkrokodil

Gemiddeld wordt de nijlkrokodil vijf tot zes meter lang. Hij kan een gewicht van 700 kilo bereiken. Krokodillen hebben een langgerekt lichaam met een lange, taps toelopende staart. De poten zijn relatief kort waardoor hij met zijn buik over de grond schuurt. Tijdens korte sprintjes kan de krokodil echter hoog op zijn poten gaan staan en daardoor wordt hij ineens een stuk sneller (en gevaarlijker!).

De huid van de nijlkrokodil bestaat uit schubben en harde beenplaten. Jonge nijlkrokodillen zijn lichtbruin, maar volwassen exemplaren hebben een overwegend donkergrijze kleur en zwarte strepen (dwarsbanden) op hun staart. De onderkant van de nijlkrokodil is een stuk lichter. Op de rug en staart zijn knobbels en stekels te zien. Dit is het pantser en wordt ook wel een kam genoemd.

De ogen, neusgaten en oren bevinden zich bovenop de kop, waardoor hij diep in het water kan liggen en deze zintuigen toch kan gebruiken. Als hij onder water gaat, sluiten de neusgaten zich automatisch af waardoor er geen water in zijn snuit komt. Over de ogen komt een soort vliesje die ze beschermt en waardoor hij goed zicht heeft onder water. De oren zijn afgedekt met een grote schub en niet zichtbaar.

De nijlkrokodil heeft een lange, spitse snuit. In zijn grote bek heeft hij 72 tot 78 tanden. Als hij een tand verliest komt er een nieuwe voor in de plaats. Met die vlijmscherpe tanden kan hij prooien aan stukken scheuren, want ondanks zijn sterke kaken kan de nijlkrokodil niet kauwen. Tijdens het gevecht om zijn prooi te doden, wikkelt hij zijn lange lijf om het slachtoffer heen. Dit wordt de dodenrol of ‘death roll’ genoemd.

Krokodillen kun je ook onderscheiden van andere krokodilachtigen door hun tanden: als de bek gesloten is, zie alleen een paar grote tanden uitsteken. Bij gavialen zijn alle tanden zichtbaar, terwijl bij kaaimannen en alligators helemaal geen tanden te zien zijn.

Voeding

Nijlkrokodillen zijn carnivoren. Ze eten dierlijk voedsel. Een volwassen nijlkrokodil is niet kieskeurig in zijn prooien. Of het nou een leeuw, zebra of nijlpaard is: als hij een kans ziet om het dier te doden, dan zal de sterke krokodilsoort dat zeker niet nalaten. Het zijn echte roofdieren die actief jagen vanuit een hinderlaag. Daarnaast eten ze ook aas.

Dankzij hun schutkleuren kan een nijlkrokodil ongemerkt dichtbij komen. Ze liggen in het water of in de begroeiing te wachten tot er een slachtoffer voorbij komt. Dan ineens slaan ze razendsnel toe. Het aangevallen dier wordt onder water gesleept waar het verdrinkt tijdens een woeste worsteling die de ‘death roll’ wordt genoemd. De nijlkrokodil scheurt zijn voedsel aan stukken of laat het een tijdje weken in het water om het vlees zachter te maken. Dit doet hij omdat hij - ondanks enorm sterke kaken - niet kan kauwen.

De prooien worden met huid en haar opgegeten en dankzij krachtige maagzuren langzaamaan verteerd. Omdat het een koudbloedig dier is, heeft een krokodil geen extra energie nodig om zichzelf op te warmen. Hierdoor kan hij ook geruime tijd zonder voedsel. Bij extreme voedselschaarste kan deze periode oplopen tot wel twee jaar!

Jonge babykrokodillen hebben de eerste jaren juist heel veel energie nodig omdat ze de eerste jaren heel hard groeien. De eerste tijd leven zij vooral op insecten en kleine waterdiertjes, na verloop van tijd gaan ze over op amfibieën, vissen en kleine zoogdieren.

Nijlkrokodillen dragen bij aan een gezond ecosysteem doordat ze ook dode karkassen eten, waardoor het water niet vervuilt. Daarnaast zorgen ze ervoor dat grote roofvissen niet te dominant worden, waardoor er genoeg kleinere vissen overblijven voor andere dieren zoals vogels. Die op hun beurt poepen weer in het water en leveren daarmee voedingsstoffen voor het dierenleven in het water.

Voortplanting

Nijlkrokodillen zijn tussen de 12 en 16 jaar geslachtsrijp en vormen geen paartjes, mannetjes paren met meerdere vrouwtjes in een seizoen. Vrouwtjes broeden slechts eens in de twee a drie jaar. Om aandacht te trekken slaan de mannetjes hard met hun snuit op het water. Ook blazen ze water door hun neus naar buiten. De mannetjes zijn onderling erg territoriaal en vechten om de gunsten van de vrouwtjes.

De vrouwtjes nijlkrokodillen zijn zorgzame moeders en leggen hun eieren - gemiddeld 40 tot 60 stuks - in een nest van bladeren of een hoop aarde op enkele meters van het water en bewaken deze intensief. De eieren zijn bedekt en zodra ze uitkomen maken de jongen een soort piepgeluid waarna de moeder haar jongen uitgraaft. De jongen op hun beurt pikken de eierschaal open met hun eitand die ze na verloop van tijd kwijtraken. Om snel en veilig naar het water te kunnen gaan, mogen ze meeliften in de bek van hun moeder.

Nijlkrokodillen

Hoewel ze direct zelf jagen op hun eigen voedsel, blijft moederkrokodil wel in de buurt om haar jongen te beschermen tegen natuurlijke vijanden. Pas na ongeveer twee jaar, moet de jonge krokodil zich zelf helemaal redden. Veel juveniele nijlkrokodillen overleven deze periode niet, áls ze al uit het ei gekomen zijn. Varanen en rovende zoogdieren hebben het voorzien op de eieren en de jonge babykrokodillen rekenen daarnaast ook nog vogels, grote vissen en territoriale soortgenoten tot hun vijanden.

Als een nijlkrokodil eenmaal volwassen is, heeft hij eigenlijk alleen nog de mens als vijand die jacht op hem maakt voor het vlees, zijn huid, of uit angst. In het wild worden de dieren zo’n 50 tot 60 jaar oud, in gevangenschap kan dit oplopen van 70 tot 100 jaar. In Crocworld Conservation Centre werd in januari 2022 zelfs nog de 121e verjaardag van nijlkrokodil Henry gevierd!