Kraakbeenvissen (Chondrichthyes)

De meeste vissen op de wereld behoren tot de beenvissen of de kraakbeenvissen (Chondrichthyes). Een derde, kleinere groep bestaat uit de kaakloze vissen. De kraakbeenvissen leven voornamelijk in de zee en onder deze groep vallen onder andere de zeer tot de verbeelding sprekende haaien en roggen. Daarmee horen de grootste roofvissen ter wereld tot de groep kraakbeenvissen.

Het skelet van kraakbeenvissen bestaat uit het flexibele en elastische kraakbeen dat ook in het menselijk lichaam voorkomt. Kraakbeenvissen bestaan al heel lang, het waren de eerste gewervelde dieren met kaken. Er zijn ongeveer 1000 soorten kraakbeenvissen waaronder 400 soorten haaien, 600 soorten roggen en pijlstaartroggen en ongeveer 30 minder bekende soorten draakvissen (ook wel aangeduid als chimères en zeekatten. De laatste niet te verwarren met de zeekatten die behoren tot de inktvissen).

De grootste kraakbeenvis is de meterslange walvishaai die overigens totaal onschadelijk is voor mensen. De walvishaai wordt gemiddeld 8 meter lang, maar kan ook een lengte bereiken van 12 meter! Naast zijn lengte bereikt de walvishaai ook een hoge leeftijd: hij kan wel 150 jaar oud worden!

Veel kraakbeenvissen leven in tropische wateren, de diepzee of de grote oceanen. Toch zitten er in de Noordzee ook diverse haaien. De meest bekende zijn de doornhaai, hondshaai en de gladde haai. Ook sommige soorten roggen komen in de Nederlandse wateren voor zoals de stekelrog, de sterrog en de gevlekte rog. Een enkele keer komt de pijlstaartrog of de blonde rog voor.

Kenmerken Kraakbeenvissen

Kraakbeenvissen hebben dus een skelet dat volledig bestaat uit elastisch en flexibel kraakbeen. Ze hebben stijve rugvinnen (denk maar aan de rugvin van een haai) en soms ook (giftige) stekels. Aan beide zijdes van het lichaam hebben ze vijf tot zeven kieuwopeningen. De gebit van kraakbeenvissen bestaat uit dubbele rijen tanden die iedere keer vervangen worden. Zo blijft hun gebit altijd scherp en gezond.

In tegenstelling tot de beenvissen hebben kraakbeenvissen geen zwemblazen, waardoor ze altijd in beweging moeten blijven om niet te zinken. Het drijfvermogen wordt wel geholpen door hun grote lever die vol zit met olie. Veel kraakbeenvissen zwemmen door hun staartvin te bewegen, maar een rog zwemt door met zijn grote borstvinnen te klapperen. Deze vinnen worden ook wel aangeduid als vleugels. Pijlstaartroggen zijn heel bekend geworden door de beroemde dierenkenner en presentator Steve Irwin. Tijdens de opnames van een onderwaterdocumentaire kwam hij in aanraking met de giftige staart van een pijlstaartrog en overleed aan de gevolgen daarvan. Aan de staart van een pijlstaartrog zitten stekels met gif. Alleen als hij geen andere uitweg ziet, zal een pijlstaartrog zichzelf verdedigen met zijn staart. Vrijwel alle kraakbeenvissen leven in de zee, maar er zijn een paar soorten pijlstaartroggen die in zoet water voorkomen. Deze leven in het Amazonegebied en werden in 2011 ontdekt.

Draakvissen zijn slanke roofvissen die op de bodem van de diepzee leven. Ze hebben vaak een opvallende bek en kunnen verschillende kleuren en indrukwekkende vinnen hebben. Enkelen hebben aan die rugvinnen giftige stekels, zoals de kortneusdraakvis. Opvallende roggen zijn de Blauw gespikkelde pijlstaartrog, de Pauwoogzoetwaterrog en de Luipaardpijlstaartrog. Van alle gewervelde dieren heeft de Groenlandse haai de langste levensverwachting: hij kan naar schatting tussen de drie- en vijfhonderd jaar oud worden!

Geschiedenis

Vroeger werden de kraakbeenvissen ingedeeld in de onderklasses Elasmobranchii (Haaien en Roggen) en Holocephali (Draakvissen). Tegenwoordig wordt hier anders naar gekeken omdat sommige haaien een andere afstamming hebben dan vroeger werd gedacht. De klasse Chondrichtheys wordt daarom tegenwoordig opgedeeld in de clades Galeomorphii en Squalea.

De eerste haaien ontstonden al zo’n 400 miljoen jaar geleden, pas veel later kwamen de roggen in beeld. Veel van deze eerste soorten zijn inmiddels uitgestorven, de voorouders van de huidige soorten ontstonden waarschijnlijk in het Krijt tijdperk (150 tot 66 miljoen jaar geleden). De grootste haai die ooit leefde was de Megalodon, die pas een paar miljoen jaar geleden uitstierf. Deze megahaai werd – volgens berichten in juni 2021 – makkelijk 20 meter lang!

Voedsel

We noemden het al eerder: enkele van de meest bekende en grootste roofvissen behoren tot de groep kraakbeenvissen. De meeste roggen hebben sterke en geronde tanden waarmee ze makkelijk een schelp open kunnen breken. Ze leven voornamelijk van weekdieren, wormachtigen, kreeftachtigen, andere vissen en stekelhuidigen. Draakvissen speuren de bodem af op zoek naar kleine visjes, slakken, larven en andere kleine diepzeebewoners.

Veel haaien zijn roofvissen die jagen op zeezoogdieren zoals zeehonden en dolfijnen, zeevogels, grote kreeftachtigen en weekdieren. Aanvallen op mensen zijn natuurlijk altijd heel erg, maar berust meestal op een ‘foutje’ van de haai, die een spartelende surfer aanziet voor een zeeleeuw. De soorten die gevaarlijk kùnnen zijn voor de mens zijn de tijgerhaai, de witte haai, de stierhaai en de Oceanische witpunthaai.

Voortplanting

Kraakbeenvissen kennen een interne bevruchting waarbij de zaadcellen ingebracht worden in het lichaam. Sommigen soorten zijn eierlevendbarend, andere leggen wel eieren die buiten het lichaam uitkomen. Mannelijke haaien en roggen hebben twee claspers of klaspers als voortplantingsorganen. Deze liggen tussen de buikvinnen in. Tijdens de paring klappen deze naar voren uit en penetreren de cloaca van het vrouwtje. (Soms wordt maar één klasper gebruikt.) De cloaca is een opening in de buik waar ook de ontlasting en urine uitkomt. Sommige haaien zijn eierbarend. Ze produceren eieren die een soort leerachtige zakjes zijn verpakt en die blijven hangen in het zeewier of aan stenen. Anderen zijn eierlevendbarend. De eieren worden in het lichaam bevrucht én uitgebroed, waarna de jongen levend worden geboren. Tot slot zijn er ook levendbarende haaien, waarbij de jongen direct uit het moederdier worden geboren.

Veel roggen leggen eieren, maar een aantal is ook levendbarend. Een voorbeeld hiervan is de reuzenmanta. Om het vrouwtje te kunnen bevruchten moet het mannetje op de kop onder het vrouwtje gaan zwemmen om zijn klaspers in de cloaca te krijgen. De reuzenmanta krijgt meestal 1 tot 2 jongen per keer. Deze ‘kleintjes’ zijn dan meteen al ruim een meter breed!

Langs de kust van Nederland kom je soms de eitjes tegen van de hondshaai. Meestal zijn het lege exemplaren waar de jonge haai al uitgekropen is, maar een enkele keer kom je ook een nog intact exemplaar tegen. Ze zien eruit als olijfgroene hulsjes. Ook de lege omhulsels van roggeneieren worden gevonden op de Nederlandse stranden. Deze vierkante zwarte ‘doosjes’ hebben op elke hoek een uitsteeksel waarmee de eieren vastzaten aan stenen of zeewier.