De koningspython (Python regius) is een wurgslang uit de familie pythons (Pythonidae). Dit reptiel komt voor in West- en Centraal-Afrika en leeft daar in (sub)tropische bossen, savannes, graslanden en gebieden met kreupelhout.

Overdag zal je een koningspython niet veel zien. Dan trekt hij zich terug in holen onder de grond of onder boomwortels. Alleen ’s avonds en in de vroege ochtend komt hij tevoorschijn. Hij leeft voornamelijk op de grond, maar kan ook goed klimmen.

Onder reptielliefhebbers is een koningspython een geliefd huisdier. Ze zijn niet giftig of agressief en hebben een rustig karakter. Daarnaast hebben ze een mooi uiterlijk en zijn ze in verschillende kleurvariaties en patronen te krijgen. Een koningspython kan 30 jaar oud worden, dus denk wel goed na voor je een aanschaft.

Kenmerken

De koningspython rolt zich op tot een bal als hij zich bedreigd voelt of gestrest is. Daarom wordt hij ook wel balpython genoemd, of ball python in het Engels.De lengte van deze python varieert van 1 tot 2 meter. Gemiddeld wordt hij 1,5 meter lang en weegt hij tussen de 2 en 3 kilo. Vrouwtjes worden over het algemeen groter dan de mannetjes. De kleur van de koningspython is meestal donkerbruin tot zwart met ovale, geelbruine vlekken. In gevangenschap komen ook andere kleurvariaties en patronen voor. Net als veel andere slangen ruikt de koningspython met zijn gespleten tong. Daarnaast heeft hij warmtezintuigen rondom de bek waarmee hij zelfs in het pikkedonker zijn prooi kan ‘zien’.

Voedsel

Veel slangen met koning in hun naam eten wel eens andere slangen. De naam van de koningspython is eigenlijk een beetje misleidend, want deze slang doet dat niet. In dit geval heeft de soortaanduiding regius (koninklijk) waarschijnlijk een andere oorzaak, maar welke is nog niet zeker.

De koningspython eet voornamelijk knaagdieren zoals muizen en ratten. Verder staan amfibieën, hagedissen en vogels op het menu. Het is geen slang die op zoek gaat naar zijn eten. Geen echte jager. De koningspython wacht liever geduldig tot zijn prooi voorbij komt. Hij kan maanden zonder eten, dus hij heeft gelukkig de tijd.

Zodra een prooi in de buurt is, schiet de koningspython naar voren en wikkelt zijn lijf strak om het slachtoffer heen. Zodra deze dood is, wordt hij in één hap doorgeslikt.

Voortplanting

De koningspython legt per keer 3 tot 8 eieren die worden uitgebroed tussen rotsen of in ondergrondse holen. De moederpython verwarmt haar eieren door haar spieren samen te trekken. Hierdoor lijkt het of ze de hik heeft. Ze blijft bij de eieren tot deze volledig uitgebroed zijn en gaat zelfs niet weg om te eten. Het uitbroeden duurt ongeveer drie maanden. Eenmaal uit het ei moeten de jongen zichzelf kunnen redden.