Wolmuizen (Chinchillidae)

De wolmuizen zijn een familie van Zuid-Amerikaanse knaagdieren. De bekendste soort is waarschijnlijk de chinchilla die mensen soms als huisdier houden. Daarnaast wordt het diertje gefokt voor zijn mooie, dichte vacht. Deze dikke vacht hebben ze hard nodig doordat ze vaak in de koudere, bergachtige gebieden van Zuid-Amerika voorkomen. Veel wolmuizen wonen in de hogere gedeeltes van het Andesgebergte.

Naast chinchilla’s behoren ook haasmuizen en de viscacha tot de familie wolmuizen. Wilde chinchilla’s komen steeds minder voor. Er word veel jacht gemaakt op wolmuizen voor het vlees en de vacht. De chinchillasoorten hebben daaronder te leiden, de haasmuizen iets minder.

Kenmerken

Zoals gezegd hebben wolmuizen een dichte, wollige vacht in verschillende tinten grijs en bruin. Daarnaast hebben ze grote oren en een lange staart. De achterpoten zijn sterk en ze kunnen goed springen. Cuvierhaasmuizen lijken door hun oren meer op een konijn dan een muissoort. De staart van veel wolmuizen is wollig en pluizig. Wolmuizen kunnen goed klimmen, wat menig baasje van chinchilla’s kan beamen. Als huisdier gehouden chinchilla’s vallen regelmatig na een ondoordachte klimpartij. Deze zoogdieren bouwen holen onder de grond die met uitgebreide gangenstelsels verbonden zijn. Het zijn sociale dieren die in grote kolonies leven.

Chinchilla’s komen tevoorschijn tijdens de schemering en zijn vooral ’s nachts actief waardoor het niet zulke leuke huisdieren voor kinderen zijn. Zodra het kinderbedtijd is, komen deze wolmuizen pas tot leven. Bovendien zijn het geen dieren die graag aangehaald worden. De cuvierhaasmuis is juist wel een dagdier: hij brengt een groot deel van de dag zonnebadend door. Bij dreigend gevaar maken chinchilla’s een blaffend geluid om de anderen te waarschuwen. Een boze chinchilla gaat op z’n achterpoten staan, gromt en besproeit zijn belager met urine.

Voedsel

Wolmuizen zijn voornamelijk graseters. Soms eten ze ook mos, kruiden en struiken. Haasmuizen eten ook zaden, maar chinchilla’s niet. Chinchilla's laatste houden vooral van dorre planten en grassen.

Voortplanting

De jongen van wolmuizen zijn nestvlieders, wat wil zeggen dat ze direct na de geboorte hun ogen open hebben en kunnen lopen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de huismuis worden de jongen met een vacht geboren.

De cuvierhaasmuis kent een draagtijd van ongeveer 4 maanden en krijgt per keer 1 à 2 jongen. De chinchilla kent een draagtijd van 111 dagen en gemiddeld krijgt ze 1 tot 3 jongen per worp. Fokkers castreren soms de mannetjes tijdens de draagtijd omdat de vrouwtjes direct na de geboorte weer bronstig zijn. Aangezien de mannetjes helpen bij de opvoeding van de jonge chinchilla’s kiezen ze liever voor castratie dan dat ze het mannetje moeten weghouden bij de moeder en het nest.

Voor meer informatie over de wolmuizen: chinchilla