Stokstaartje (Suricata suricatta)

Stokstaartjes (Suricata suricatta) zijn kleine roofdieren die in grote families leven in de woestijnachtige gebieden van zuidelijk Afrika. Ze behoren tot de bekendste leden van de familie mangoesten en zijn geliefde bewoners van dierenparken vanwege hun sociale en speelse gedrag.

Stokstaartjes zijn snelle gravers, die onder de grond bestaande holen van grondeekhoorns uitbouwen tot enorme burchten met een uitgebreid gangenstelsel, talloze uitgangen, verschillende kamers en zelfs toiletten. Deze laatsten worden weer schoongehouden door mestkevers die de uitwerpselen naar buiten rollen en daar eitjes in leggen.

Stokstaartjes worden ook wel ‘aardmannetjes’ en ‘schildwachten van de woestijn’ genoemd. In het Engels en Afrikaans is hun naam meerkat, maar in het Nederlands gebruiken we die naam vooral voor een groep apen: de meerkatten (Cercopithecus).

Kenmerken

Het meest kenmerkende van de stokstaartjes is hun rechtopstaande houding als ze op hun hoede zijn of op wacht staan. Hun lange, stevige staart helpt ze hierbij. In de Kalahari woestijn kan het ’s nachts flink koud worden, dus ’s ochtends vroeg zie je grote groepen stokstaartjes in deze houding hun lichtbehaarde buik opwarmen in de zon.

Stokstaartjes zijn altijd op hun hoede voor een aanval uit de lucht. De arend is hun grootste vijand en stokstaartjes hebben dan ook goede oren en ogen om deze te onderscheiden van andere vogels in de lucht. Dankzij de zwarte ringen om zijn ogen, die werken als een zonnebril, kan hij zonder problemen tegen de zon in turen. Handig in de woestijn waar vrijwel altijd de zon fel schijnt!

Bij dreigend gevaar waarschuwen de wachters de andere familieleden door een blaffend geluid te maken. Fluiten betekent dat de anderen alleen op hun hoede moeten zijn. Als het signaal klinkt, zoeken de stokstaartjes direct dekking in de burcht of op een plek waar de aanvaller moeilijk kan komen. Als er geen schuilplek voorhanden is, beginnen ze razendsnel te graven waardoor een enorme stofwolk het zicht van de belager belemmert en deze op de vlucht slaat. In uiterste nood zal een stokstaartje zichzelf agressief beschermen en in enkele gevallen vallen meerdere stokstaartjes de vijand gezamenlijk aan.

Stokstaartjes worden ongeveer 10 tot 15 jaar oud. Ze wegen niet meer dan een kilo en hebben een lichaamslengte van 25 tot 35 centimeter groot. De staart wordt 18-25 centimeter lang. Het strepenpatroon in hun bruine vacht is bij ieder stokstaartje anders.

Voeding

Stokstaartjes zijn roofdieren die jagen op insecten, slakken, spinnen, schorpioenen en hagedissen. Als ze de kans krijgen staan er ook knollen, eieren, vogels en knaagdieren op het menu. Zelfs giftige slangen worden niet vermeden terwijl hun huisgenoot, de mestkever, juist wel giftig is voor stokstaartjes.

Deze dieren zijn overdag actief en zoeken dan naar voedsel. Dankzij de sociale taakverdeling zijn er altijd wachters die zorgen dat de anderen rustig kunnen eten. Stokstaartjes delen hun eten liever niet. Lekkere hapjes worden – indien nodig – agressief bevochten. Alleen de zieke en jonge stokstaartjes krijgen voedsel van de anderen.

Voortplanting

Alleen het dominante vrouwtje plant zich voort. Na ongeveer 11 weken werpt zij 2 tot 5 jongen. Deze welpen worden gezoogd tot ze ongeveer drie maanden zijn, iets wat overigens ook wel eens wordt gedaan door de ‘babysitters’. Dit zijn de oudere jongen, die in de burcht blijven om op de jongste welpjes te passen terwijl moeder op jacht gaat.

Drie weken na de geboorte hebben de babysitters hun handen al vol aan de ondeugende jonge welpen, want dan gaan ze spelenderwijs de wereld verkennen. Hun grappige capriolen zijn één van de redenen dat stokstaartjes wereldwijd geliefd zijn.