Dromedaris (Camelus dromedarius)

Dromedarissen vormen een ondersoort van de kameelachtigen en het vermoeden bestaat dat deze zoogdieren 4000 jaar voor Christus al aangetroffen werden. In Arabië leefden de evenhoevigen destijds nog in het wild, terwijl ze in het Oude Somalië al gedomesticeerd waren. Dromedarissen komen oorspronkelijk van het Arabisch Schiereiland en Zuid-Azië. Het leefgebied kenmerkt zich daar door langdurig droge periodes, terwijl het regenseizoen daar maar van korte duur is. Dromedarissen zijn gevoelig voor zowel kou als vocht. Om die reden is de introductie van de dromedarissen in andere klimaten geen succes geweest.

Verspreiding

In gedomesticeerde vorm werden de dieren tussen 2500 en 1500 voor Christus verspreid over andere delen van het Midden-Oosten en Noordoost-Afrika en wel via schepen. Vervolgens bereikten ze Noordwest-Afrika via de zuidelijke Sahara. De zoogdieren zijn voor korte duur in Europa ingevoerd, maar op de Canarische Eilanden werd meer succes bereikt met het invoeren van de evenhoevigen. Hier komen de dromedarissen ook vandaag de dag nog voor. In het jaar 1856 werd een poging ondernomen om de dromedaris in het zuiden van de Verenigde Staten te houden. Door de uitbraak van de Amerikaanse burgeroorlog moest die poging als mislukt worden beschouwd. Vandaag de dag leven er nog zo’n twaalf miljoen en wel hoofdzakelijk in Afrika. Hierbij zijn de meeste dromedarissen te vinden in Soedan, gevolgd door Somalië.

Verwilderde dromedarissen

Libië herbergt grote kuddes dromedarissen, maar daarbij gaat het om de verwilderde dromedaris. Veruit de grootste kudde is te vinden in het Midden en Westen van Australië. Hier treft men ongeveer een miljoen dromedarissen aan. De komst van de evenhoevigen had ten doel het koloniseren en verkennen van het droge werelddeel. De dromedarissen werden later ingezet voor het transport van voedsel naar de geïsoleerde nederzettingen. Ook voor het vervoeren van materiaal voor de aanleg van telegraafnetten en spoorlijnen werden ze veelvuldig ingezet. Ze werden uiteindelijk overbodig en om die reden vrijgelaten. Dit resulteerde in een enorme toename van de hoeveelheid dromedarissen, waardoor er zelfs werd gesproken over een plaag van de evenhoevigen in Australië.

Uiterlijke kenmerken

Een dromedaris heeft een schofthoogte die varieert van 1.80 tot 2.00 meter, waarbij de vrouwtjes ongeveer 10 centimeter kleiner zijn. De mannelijke dromedarissen zijn bovendien zo’n 10 procent zwaarder dan de vrouwelijke. Hun gewicht loopt uiteen van ongeveer 300 tot maar liefst 700 kilo. Ze hebben een smalle borst, lange poten en een lange gebogen hals. De poten eindigen in twee tenen. De kenmerkende bult bevat vet en dit wordt door vezelig weefsel bij elkaar gehouden. De grootte van de bult is afhankelijk van de hoeveelheid voedsel die ze krijgen. Wanneer ze minder voedsel krijgen, wordt de bult kleiner en gaat deze naar één kant hangen. De bult kan 36 kilo vet bevatten. De vacht van de beesten is ruig, kort en dicht. Bovendien is de vacht langer op de hals, de nek, de romp, de kruin, de bult en de punt van de staart. De meeste dromedarissen hebben een vacht die zandkleurig of karamelkleurig is. Toch zijn er ook evenhoevigen die wit-zwarte kleurstellingen hebben. De zool- en kniegewrichten, de ellebogen en het voorhoofd hebben 0,7 cm dikke eeltplekken, die bestaan uit verhoornd, flexibel vlies. Het eelt vormt een goede bescherming tegen de warmte van het zand. Tegen modderige en gladde omstandigheden zijn ze niet goed bestand. De oren en de neusgaten van de dromedarissen hebben lange haren om het zand tegen te kunnen houden. Om diezelfde reden hebben ze lange wimpers en zijn ze in staat om hun neusgaten te sluiten. Om goed te kunnen eten, hebben ze verdikte lippen en een gespleten bovenlip. Het eten van doorntakken en grove planten met stekels zijn op die manier goed mogelijk.

Wateropslag

De dromedaris slaat water op in de maag. Er kan met gemak 100 liter in 10 minuten worden gedronken. Om zo min mogelijk water te verspillen, wordt een groot deel van het water door de nieren opnieuw geabsorbeerd. Dit is te zien in de zeer geconcentreerde urine en de droge uitwerpselen. De temperatuur van een dromedaris kan met gemak zes tot acht graden stijgen zonder oververhit te raken. In tegenstelling tot veel andere beesten, kunnen dromedarissen een vochtverlies van 30% goed aan.

Dromedaris versus kameel

Qua uiterlijk hebben de kameel en de dromedaris veel overeenkomsten. Het grootste verschil is dat een kameel twee bulten op de rug heeft en een dromedaris maar een. Het haar van de dromedarissen is bovendien korter dan dat van een kameel en ze zijn ook wat slanker gebouwd. De uiterlijke kenmerken zijn terug te voeren op het klimaat waarin de dromedaris leeft. Kamelen leven in een kouder klimaat dan dromedarissen.

Loopbeweging

Net als kamelen zijn dromedarissen telgangers. Ze verzetten eerst de poten aan één kant van het lichaam en dan de poten aan de andere kant. De afmeting en de kracht van de dromedaris maken hem zeer geschikt als rij- en lastdier in hete woestijnen. Het heeft de dromedaris een bijnaam opgeleverd, namelijk: ‘schip der woestijn”.

Natuurlijk voedsel

Gedurende acht tot twaalf uur per dag houden ze zich bezig met eten. Hun dieet bestaat uit planten, gras en uitgedroogde, doornige planten die andere beesten absoluut niet eten. De hoeveelheid vocht die ze bij zich dragen, vraagt om een hoog zoutgehalte. Dit is maar liefst zes tot acht keer hoger dan andere beesten tot zich nemen. Tijdens het eten wordt elke hap tot wel 50 keer gekauwd. Met tanden die het hele leven doorgroeien, kan slijtage op een goede manier worden opgevangen.

Kuddedieren

Een kudde bestaat uit een variatie van twee tot twintig dieren. Een dominant mannetje heeft hierbij meerdere vrouwtjes en jongen. Tijdens het trekken, vormen ze een rij en lopen ze achter elkaar aan. Om elkaar te herkennen aan de geur, schuren ze langs bomen en rollen ze door zand. Al op kilometers afstand wordt hun geur vervolgens opgepikt. Uitrusten doen ze door hun voorpoten te buigen en er daarna op te gaan liggen. Tijdens de paartijd laten bronstige mannetjes zich goed gelden door het maken van lage geluiden. Ook proberen ze hun lichaam zo groot mogelijk te maken. Raken ze gewond of zijn ze opgewonden, dan kunnen de mannetjes halfverteerd voedsel uitspugen.

Voortplanting in de natuur

Na een draagtijd van 15 maanden wordt een enkel jong geboren en dit gebeurt eens per twee jaren. Om rustig te kunnen bevallen, zondert de moeder zich af van de kudde. Pas als het jong in staat is om te staan, zoekt ze de kudde weer op. Het jong wordt gedurende minimaal een jaar gezoogd en de kleine eet in die periode ook al planten. Hoewel de vrouwtjes pas paren op een leeftijd van 4 tot 5 jaar zijn ze al geslachtsrijp als ze drie jaar oud zijn.

Bedreiging

Het voortbestaan van de zoogdieren is hoofdzakelijk van nomaden afhankelijk. De intrede van de auto heeft de functie van de zoogdieren als transport- en vervoermiddel vervangen, waardoor ze grotendeels overbodig zijn geworden. Een andere factor die van belang is voor het voorbestaan, zijn de kamelenraces waar de zoogdieren voor worden gebruikt. Deze vinden plaats in Algerije, Dubai en Alice Springs.

Leuke weetjes

de dieren worden in gevangenschap wel 50 jaar oud en in het wild 40 jaar

een kruising tussen een kameel en een dromedaris heet hybridekameel

bij hitte staan de dieren dicht tegen elkaar aan om minder hitte te vangen

de grote dieren hebben weinig zweetklieren

zonlicht wordt weerkaatst door de lichtgekleurde vacht

de bult biedt bescherming door warmte te absorberen