Verreweg de grootste klasse binnen het dierenrijk zijn de insecten. Insecten (Insecta) zijn ongewervelde dieren met zes poten. Het is een klasse binnen de groep geleedpotigen (Arthropoda). Er zijn meer dan een miljoen soorten insecten beschreven, maar wetenschappers denken dat er nog vele miljoenen soorten níet benoemd en beschreven zijn.

Insecten komen vrijwel overal ter wereld voor, voornamelijk op het land en in zoet water. Ze spelen een belangrijke rol bij het bestuiven van planten en gewassen, maar ook in het overbrengen van ziektes. Denk maar aan de malariamug. Dankzij insecten kan de mens beschikken over honing en zijde. Ze spelen dus een belangrijke rol in het leven van de mens en in het natuurlijke ecosysteem omdat ze in vrijwel alle leefomgevingen voorkomen.

Bekende soorten insecten zijn: bijen, wespen, hommels, mieren, kevers, vliegen, vlinders, muggen, sprinkhanen, krekels en kakkerlakken.

Kenmerken

Alle insecten hebben voelsprieten, zes poten en een lijf dat uit drie delen bestaat: kop, borststuk en achterlijf. Het woord insect is afgeleid van het Latijnse woord insectum wat verwijst naar het drieledige lichaam van de dieren.

Veel insecten kunnen vliegen, maar niet allemaal. Sommigen worden ingedeeld naar het uiterlijk van hun vleugels zoals de netvleugeligen die vleugels in de vorm van een net hebben of de waaiervleugeligen die hun naam danken aan de vorm van de vleugels van de mannetjes.

Sommige insecten leven in of op het water. Ze kunnen goed zwemmen of over water lopen. Enkele insecten kunnen helaas steken. Vlooien, dazen, teken en muggen steken om het bloed van hun slachtoffer op te zuigen als voedsel. Wespen, bijen en hommels steken als ze zich bedreigd voelen en rode mieren staan ook bekend om hun venijnige aanvallen in het geval van bedreiging.

De meeste insecten hebben een schutkleur waardoor ze niet tot nauwelijks opvallen in hun natuurlijke leefomgeving. De wandelende tak gaat nog een stapje verder. Die lijkt inderdaad op een tak. Maar soms is dit juist niet het geval. Zo heeft het lieveheersbeestje juist een ‘waarschuwende’ rode kleur waarmee hij eigenlijk zegt: pas op! Ik ben niet lekker.

Enkele vlinders hebben vlekken op hun vleugels die lijken op ogen, waardoor het aanvallende dier denkt dat hij zelf wordt aangevallen door een groter dier. De onderkant van de vleugels is bij sommige vlinder juist weer uitgevoerd in een schutkleur waardoor de vlinder niet opvalt als hij zijn vleugels ingeklapt heeft. Insecten halen adem via buisjes in hun achterlijf, de zogenoemde tracheeën.

Voedsel

Veel insecten eten plantaardig voedsel, maar sommigen zijn carnivoren. Lieveheersbeestjes zijn gek op luizen en worden zelfs als natuurlijk bestrijdingsmiddel ingezet. Sluipwespen doden rupsen.

Voortplanting

De voortplanting van insecten vindt meestal inwendig plaats, waarna het vrouwtje uitwendig eitjes legt. Bijvoorbeeld op een waardplant. Brandnetels zijn een belangrijke waardplant voor vlinders.

Waaiervleugeligen paren op een redelijk gruwelijke manier. Het mannetje maakt een gat in het vrouwtje om zijn sperma af te geven. De eitjes zijn altijd heel klein en hebben allerlei vormen: rond, ovaal, staafvormig of flesvormig. Ze komen soms al snel, maar vaak pas na maanden of een winterrustperiode uit.Heel soms is een insect eierlevendbarend. Het eitje wordt dan al in het lichaam van de moeder uitgebroed. Dit komt onder andere voor bij de tseetseevlieg.

De meeste insecten ondergaan een metamorfose als ze volwassen worden. Rupsen verpoppen en worden daarna een vlinder. Andere insecten zijn eerst larve of nimf en worden daarna volwassen via verschillende stadia van verpopping of vervelling.

Verlies van biodiversiteit

Door het gebruik van gif, verlies aan leefgebied en geschikt voedsel nemen insectenpopulaties snel af. Veel bijen, hommels en zweefvliegen - belangrijke bestuivers - hebben het daardoor moeilijk of sterven zelfs al uit. Gelukkig worden steeds meer mensen zich daarvan bewust en gebruiken daarom alternatieven voor gif in de tuin of de landbouw. Ook helpt het om zelf bomen en planten in de tuin te zetten waar insecten graag op af komen. Zo helpen we ze een handje mee!